vrij 31 jan 2024

Freitag, der einunddreißigste Januar 2025
Ziel: Ik kan zien of een woord der/die of das  is

  1. herhaling: wanneer gebruik ik ook alweer hoofdletters?   
  2. Uitleg der/die/das woorden: Daarna maak je tm opdracht 23. (Als je naar MAVO of meer uitdaging wil, maak je ook 24 en 25). Degene die het eerste goed klaar is, krijgt een beloning! 
Hausaufgaben tm opdracht 23 van Kapitel (opdr 24 en 25 is voor de iemand die wat meer uitdaging wil/ naar de MAVO gaat)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Freitag, der einunddreißigste Januar 2025
Ziel: Ik kan zien of een woord der/die of das  is

  1. herhaling: wanneer gebruik ik ook alweer hoofdletters?   
  2. Uitleg der/die/das woorden: Daarna maak je tm opdracht 23. (Als je naar MAVO of meer uitdaging wil, maak je ook 24 en 25). Degene die het eerste goed klaar is, krijgt een beloning! 
Hausaufgaben tm opdracht 23 van Kapitel (opdr 24 en 25 is voor de iemand die wat meer uitdaging wil/ naar de MAVO gaat)

Slide 1 - Slide

Freitag, der sechste Dezember 2024
Ziel: Ik kan de  s, z en ß goed uitspreken en kan een aantal zinnen afmaken en ook helemaal opschrijven

  1.  tm opdracht 36 (35 mag je overslaan), Volgende les gaan een stamboom of een andere creatieve opdracht maken                                            Hausaufgaben: poster/ kahoot vragen naar mevrouw Janssen sturen via Teams voor de les, zodat ze de Kahoot met jullie kan doen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

uitlegvideo's/ plaatjes/quiz
 van deze les

Slide 5 - Slide

getallen tm 20
1= eins (ains)             8= acht               16 = sechzehn (zechtseen)
2= zwei (tswaai)      9 = neun (noin)    17 siebzehn (ziebtseen)
3= drei (draai)          10 = zehn (tseen) 18 = achtzehn (achttseen)
4= vier (vieje)       11 = elf (met platte e) 19= neunzehn (nointseen)
5= fünf(fuunf)        12 = zwölf (tsweulf)    20=zwanzig (tswantsieg)
6= sechs (zeks)                13 = dreizehn (draaitseen)
7= sieben (zieben)          14 = vierzehn (viertseen)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

uitlegvideo's/ plaatjes van vorige lessen om terug te kijken

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video