3a Woordenschat H2

Woordenschat - Stijlfiguren
Herhaling H1 en uitleg H2
3 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 60 - 63
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Woordenschat - Stijlfiguren
Herhaling H1 en uitleg H2
3 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 60 - 63

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
- Herhaling H1
- Leesmomentje
- Woordenschat H2: Startopdracht maken
- Woordenschat H2: theorie bespreken en Startopdracht nakijken
- Woordenschat H2: opdracht 1, opdracht 2, opdracht 4, opdracht 5 en opdracht 6 maken. 
- Planning Pecha Kucha maken.

Slide 2 - Slide

H1 Woordenschat
Antwoorden van opdracht 4 en 6 staan in Classroom. Zorg dat je zelfstandig de opdrachten nakijkt. 

Slide 3 - Slide

De gedoodverfde winnaar werd geen eerste, geen tweede, zelfs geen derde, maar voorlaatste.

A
Drieslag
B
Anticlimax/omgekeerde climax
C
Repetitio
D
Enumeratio

Slide 4 - Quiz

Radio, tv en kranten vormden vroeger de media, maar tegenwoordig verstaan we daar veel meer onder.
A
Opsomming in drieën
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 5 - Quiz

Toen de Rotterdammers na drie minuten al op twee-nul kwamen tegen de Amsterdamse aartsrivaal, scandeerden de fans ‘tien, tien, tien’.
A
drieslag
B
enumeratio
C
climax
D
repetitio

Slide 6 - Quiz

Heeft Arianne haar huiswerk weer niet gedaan? Zeker ziek, zwak en misselijk.
A
opsomming in drieën
B
enumeratio
C
drieslag
D
climax

Slide 7 - Quiz

Ze kon van alles snoepen: koekjes, gomballen, chocola, kauwgom, lolly’s, drop, maar Carina kwam geen grammetje aan.
A
anticlimax
B
drieslag
C
opsomming in drieën
D
enumeratio

Slide 8 - Quiz

Volgens de weerberichten trekt de wind vanavond aan, het gaat flink waaien en mogelijk stormen.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 9 - Quiz

Einde H1 Woordenschat
Zijn er nog vragen?

Slide 10 - Slide

Lezen
Ga tien minuten in je leesboek lezen.


timer
10:00

Slide 11 - Slide

Woordenschat H2: leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat een hyperbool, understatement, litotes en eufemisme zijn.
  • Ik kan een hyperbool, understatement, litotes en eufemisme herkennen in een zin/tekst. 
  • Ik kan woordbetekenis achterhalen door middel van de tekst te lezen of een woordenboek te gebruiken. 

Slide 12 - Slide

Aan de slag! H2 - Woordenschat
  1. Maak de Startopdracht (blz. 60 of online). 
  2. Als je klaar bent, steek je je vinger op, zodat de docent de Startopdracht met je kan bespreken.
  3. Bestudeer zelfstandig de theorie. In deze presentatie staat uitleg. In het boek op blz. 60 staat uitleg en in de online methode staat uitleg.
  4. Als je de theorie goed begrijpt, maak je opdracht 1, opdracht 2, opdracht 4, opdracht 5 en opdracht 6. 
Klaar?
Ga lezen in je leesboek. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Afronden
Hoe ging het zelfstandig verwerken van de theorie?
Wie heeft er nog vragen?
Wat is een hyperbool? Kun je ook een voorbeeld geven?
Wat is een understatement? Kun je ook een voorbeeld geven?
Wat is een litotes? Kun je ook een voorbeeld geven?
Wat is een eufemisme? Kun je ook een voorbeeld geven?

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Woordenschat H2: opdracht 1, opdracht 2, opdracht 4, opdracht 5 en opdracht 6 maken. 

Slide 20 - Slide