Handelingen om tot tekstbegrip te komen
- Relaties aanbrengen tussen woorden en zinnen (lokale relaties)
- Relaties aanbrengen tussen grotere tekstdelen (globale relaties)
- Toekennen van functies aan tekstdelen (zoals indeling, argument, uitleg, voorbeeld, toelichting, samenvatting en conclusie
- Oplossen van dubbelzinnigheden (bijvoorbeeld bij verwijswoorden)
- Toekennen van betekenis aan tekstkenmerken als vet, cursief, alinea
- Afleiden van herkomst van de tekst en tekstsoort
- Afleiden van opvattingen, het standpunt of de mening van de auteur
- Scheiden van feit en mening