1.3 Dierenrijk

1.3 Dierenrijk
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.3 Dierenrijk

Slide 1 - Slide

Wanneer behoren twee organismen tot dezelfde soort?

Slide 2 - Open question

Welke zes onderdelen heeft een plantencel?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van een dier herkennen en benoemen en voorbeelden van dierlijke weefsels geven.
  • Je kunt de onderdelen van een dierlijke cel benoemen.
  • Je kunt de functies van de onderdelen van een dierlijke cel noemen. 

Slide 4 - Slide

1. Je kunt de delen van een dier herkennen en benoemen en voorbeelden van dierlijke weefsels geven.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Een weefsel..

.. is een groep cellen met dezelfde vorm en functie.

Slide 7 - Slide

2. Je kunt de onderdelen van een dierlijke cel benoemen.

Slide 8 - Slide

Blauwe vinvis, het grootste dier (>30m.)
Pantoffeldiertje, het kleinste dier (0.3mm)

Slide 9 - Slide

Hoe ziet een dierlijke cel eruit?

1. celmembraan
2. cytoplasma
3. celkern

Pak opdracht 10 erbij op blz. 30 

Slide 10 - Slide

Welke drie onderdelen heeft een plantencel wel en een dierlijke cel niet?

Slide 11 - Open question

Huiswerk 1.3 wo 20 nov 6e les
Bestudeer blz. 25 t/m 30.
Maken + nakijken opdr. 5, 6, 7, 9, 10 en 11.

Slide 12 - Slide


Wat is waar?
A
Cel 1: Plantaardige cel Cel 2: Dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie cel Cel 2: Dierlijke cel
C
Cel 1: Dierlijke cel Cel 2: Plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmel cel Cel 2: Plantaardige cel

Slide 13 - Quiz


Wat is een belangrijk kenmerk van dit organisme waardoor je hem kunt indelen in een klasse (groep)
A
Hij heeft een bruine huid.
B
Hij heeft een gespleten tong.
C
Hij wordt geboren uit een ei.
D
Hij beweegt zich voort zonder poten.

Slide 14 - Quiz

De stroperige vloeistof in de cel waar veel andere 'onderdelen' in liggen heet
A
Bladgroenstof
B
Vacuole
C
Celwand
D
Cytoplasma

Slide 15 - Quiz

Welk weefsel zie je op het plaatje
A
kraakbeen weefsel
B
beenweefsel

Slide 16 - Quiz

Zijn de grote hersenen een orgaan, een organenstelsel of een weefsel?


A
orgaan
B
organenstelsel
C
weefsel

Slide 17 - Quiz

In welke tekening is een weefsel aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz