Achtervoegsel

Achtervoegsel
Hoe goed ken jij het achtervoegsel al? 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Achtervoegsel
Hoe goed ken jij het achtervoegsel al? 

Slide 1 - Slide

Achtervoegsel 
-ig : ik hoor ug, maar ik schrijf ig

-lijk : ik hoor luk maar ik schrijf -lijk

Slide 2 - Slide

Waar staat een woord met een achtervoegsel?
A
snavel
B
eend
C
eeuwig
D
langer

Slide 3 - Quiz

Waar staat een woord met een achtervoegsel?
A
slinger
B
lachen
C
gezien
D
smakelijk

Slide 4 - Quiz

Waar staat het woord 90 goed geschreven?
A
neggentig
B
negentig
C
negentug
D
negentuch

Slide 5 - Quiz

Waar staat 40 goed geschreven?
A
veertich
B
virtig
C
veertig
D
veertug

Slide 6 - Quiz

De taart smaakt erg h_____.

Slide 7 - Open question

niet makkelijk maar m_______

Slide 8 - Open question

Een ander woord voor mooi is p______.

Slide 9 - Open question

Die mop is heel g_____.

Slide 10 - Open question

niet veel maar w_____

Slide 11 - Open question

Bedenk zelf een woord met het achtervoegsel -ig.

Slide 12 - Open question

Bedenk zelf een woord met het achtervoegsel -lijk.

Slide 13 - Open question

Op  __ older liggen veel  __pullen. 
s
z

Slide 14 - Drag question

Ik ___ie daar een ___peer.
s
z

Slide 15 - Drag question

Er ligt ook een oud   ___waard.
s
z

Slide 16 - Drag question

Hoe vond je deze les?
makkelijk
makkelijk en moeilijk
moeilijk

Slide 17 - Poll