Rekenen 5.9 (2)*

Rekenen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Rekenen

Slide 1 - Slide

Reken uit.
Gebruik het keer schema.

10 x 15 =

Slide 2 - Open question

Reken uit.
Gebruik het keer schema.

20 x 15 =

Slide 3 - Open question

Reken uit.
Gebruik het keer schema.

5 x 15 =

Slide 4 - Open question

Reken uit.
Gebruik het keer schema.

25 x 15 =

Slide 5 - Open question

Reken uit.
Gebruik het keer schema.

50 x 15 =

Slide 6 - Open question

Reken uit.
Gebruik het keer schema.

100 x 15 =

Slide 7 - Open question


Ik heb 16 keer dit bedrag. 

Hoeveel samen?

Slide 8 - Open question


Ik heb 16 keer dit bedrag. 

Hoeveel samen?

Slide 9 - Open question


Ik heb 16 keer dit bedrag. 

Hoeveel samen?

Slide 10 - Open question

In de kluis zit 1200 euro.
Er zijn 10 kinderen.
Eerlijk delen.
Hoeveel krijgt ieder?
A
110
B
120
C
130
D
140

Slide 11 - Quiz

In de kluis zit 1200 euro.
Er zijn 20 kinderen.
Eerlijk delen.
Hoeveel krijgt ieder?
A
50
B
60
C
70
D
80

Slide 12 - Quiz

In de kluis zit 1200 euro.
Er zijn 40 kinderen.
Eerlijk delen.
Hoeveel krijgt ieder?
A
10
B
20
C
30
D
40

Slide 13 - Quiz

In de kluis zit 1200 euro.
Er zijn 60 kinderen.
Eerlijk delen.
Hoeveel krijgt ieder?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 14 - Quiz


In een mand zitten 1000 appels.
Er gaan 10 appels in een doos.
Hoeveel dozen zijn er nodig?

Slide 15 - Open question


In een mand zitten 1000 appels.
Er gaan 20 appels in een doos.
Hoeveel dozen zijn er nodig?

Slide 16 - Open question


In een mand zitten 1000 appels.
Er gaan 40 appels in een doos.
Hoeveel dozen zijn er nodig?

Slide 17 - Open question


In een mand zitten 1000 appels.
Er gaan 100 appels in een doos.
Hoeveel dozen zijn er nodig?

Slide 18 - Open question


In een mand zitten 1000 appels.
Er gaan 50 appels in een doos.
Hoeveel dozen zijn er nodig?

Slide 19 - Open question


In een mand zitten 1000 appels.
Er gaan 25 appels in een doos.
Hoeveel dozen zijn er nodig?

Slide 20 - Open question

Je bent klaar!
Goed gedaan!

Slide 21 - Slide