This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat gaan we vandaag allemaal doen?
Wat gaan we vandaag allemaal doen?
- Beginspel
- Uitleg keer en deel sommen met 10, 100 en 1000
- Even oefenen
- Evalueren
Slide 1 - Slide
Jullie krijgen 1,5 minuut de tijd om zoveel mogelijk keer sommen te beantwoorden.
Succes!
timer
1:30
5x7
3x9
10x4
10x6
6x9
5x7
5x100
3x100
4x8
2x6
6x10
0,8x10
8x7
9x9
0,5x100
5,6x100
2x5
8x6
10x10
3x1000
4x4
4x6
0,01x1000
7x10
Slide 2 - Slide
https:
Slide 3 - Link
2 x 10 =
2 x 100 =
2 x 1000 =
Slide 4 - Slide
3,01 x 10 =
3,01 x 100 =
3,01 x 1000 =
Slide 5 - Slide
45000 : 10 =
45000 : 100 =
45000 : 1000 =
Slide 6 - Slide
45 : 10 =
45 : 100 =
45 : 1000 =
Slide 7 - Slide
40 000 : 4 =
Tip: eerst de nullen wegdenken en ze later bij je antwoord erbij zetten.
Slide 8 - Slide
In 1 doos zitten 100 bouten. a) hoeveel bouten heb ik met 3 dozen. b) en hoeveel met 10 dozen c) en hoeveel met 40 dozen
Slide 9 - Open question
5000 x 2 =?
Slide 10 - Open question
0,13 x 1000 =?
Slide 11 - Open question
300 x 4 =?
Slide 12 - Open question
40 x 90 =?
Slide 13 - Open question
De plakbandrolletjes zijn verpakt in dozen van 10 stuks. Ik heb 200 rolletjes. Hoeveel dozen kan ik daarvan vullen?
A
20
B
2
C
19
D
21
Slide 14 - Quiz
Een ziekenhuis bestelt 6000 steriele handschoenen. 1 verpakking bestaat uit 6 dozen. In elk doosje zitten 100 handschoenen. Hoeveel verpakkingen heeft het ziekenhuis?
Slide 15 - Open question
Je hebt net uitgerekend hoeveel verpakkingen het ziekenhuis had. In 1 verpakking zitten 6 doosjes. Hoeveel doosjes heeft het ziekenhuis?