- How = vraagt naar manier waarop iets is gebeurd (hoe)
- Who = vraagt naar personen (wie)
- Whose = vraagt naar bezit (van wie)
- What = (wat/welke)
- Which= maak een keuze (welke)
Slide 5 - Slide
Examples
Who was the presenter of the show? Why did you like this book so much? What did you do yesterday? Where did you buy the tickets?
When was Temptation Island on TV? How did you make this?
Which book do you like best? 1984 or I, Robot? What book do you like best?
Let op het verschil tussen WHICH en WHAT!
Slide 6 - Slide
The student learns how to make questions.
1. Zet het juiste WH-woord aan het begin.
2. gebruik DO/DOES of DID als er geen hulp w.w. in de zin staat.
3. Gebruik vervolgens het HELE WERKWOORD
FORMULE: WH- + DO/DOES OF DID + HELE WW
(What does the student learn?)
Slide 7 - Slide
9 questions
Je gaat nu 9 vragen maken met behulp van wh-woorden.
Bij de eerste 4 zinnen hoef je alleen het antwoord op te schrijven, daarna maak je een hele zin. DENK AAN JE HOOFDLETTER :)
Slide 8 - Slide
_____ do you like my new outfit?
Slide 9 - Open question
____ exactly can we expect the results of this test?
Slide 10 - Open question
_______ did the dog hid his bone?
Slide 11 - Open question
_____ bike is that standing next to mine?
Slide 12 - Open question
The check was for $ 500. (how much)
Slide 13 - Open question
She felt sad, because she didn't bring her dictionary yesterday. (why)
Slide 14 - Open question
He studies piano at university. (what)
Slide 15 - Open question
Their favourite music is Latin Jazz. (what)
Slide 16 - Open question
My sister called her boyfriend yesterday. (who)
Slide 17 - Open question
MOETEN
Hierna volgt een uitleg en een aantal vragen over de hulpwerkwoorden in unit 6.
Slide 18 - Slide
Should, must and have to
Should - zouden moeten
Must - moeten (van jezelf)
Have to - moeten (van iemand anders/wet)
Slide 19 - Slide
Should, must and have to
LET OP als je deze negatief maakt:
should (zouden moeten) - shouldn't (zou niet moeten)
must (moeten) - mustn't (niet moeten)
have to (moeten) - don't have to (niet hoeven)
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
I'm glad I ... wear a uniform at work.
A
mustn't
B
shouldn't
C
don't have to
D
doesn't have to
Slide 22 - Quiz
I think she ... go to university.
A
should
B
must
C
have to
D
has to
Slide 23 - Quiz
You ... be 18 before you can drive.
A
should
B
must
C
have to
D
don't have to
Slide 24 - Quiz
I ... do some studying for my exam tomorrow.
A
should
B
must
C
have to
D
don't have to
Slide 25 - Quiz
You ___ buy that game. It's a waste of money!
A
should
B
shouldn't
C
must
D
mustn't
Slide 26 - Quiz
I ___ go now, or I'll miss my bus.
A
should
B
must
C
have to
D
have got to
Slide 27 - Quiz
Mum says I ___ walk the dog.
A
should
B
must
C
have to
D
have got to
Slide 28 - Quiz
You ___ put your phone in the box in class.
A
should
B
must
C
have to
D
don't have to
Slide 29 - Quiz
eDition
Maak de volgende opdrachten.
Unit 6.4 -> exercise: 27, 28, 29, 32, 33
Als je klaar bent ga je 15 minuten lezen op Readtheory.
Daarna ben je klaar voor vandaag en zien we je morgen terug.
Slide 30 - Slide
Time to read in Readtheory - 15 mins
timer
17:00
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Goals today
Aan het einde van de les ...
...beheers je de woordjes van lesson 3
...heb je kennis gemaakt met de woordjes van lesson 4
...heb je jouw niveau van 'comparisons' aan jouw docent laten zien d.m.v. een schrijfopdracht.
Slide 34 - Slide
Writing week 23 - comparisons
Je gaat deze week 10 regels schrijven waarin je 2 foto’s vergelijkt. Het doel is: laten zien dat je de comparisons (vergelijkingen: easy, easier than, the easiest) beheerst.
Slide 35 - Slide
Let op :)
Wil je nou nog uitleg over 'comparisons' en er meer mee oefenen voordat je aan de opdracht begint? Klik op de volgende dia :)
Slide 36 - Slide
https:
Slide 37 - Link
De opdracht:
Slide 38 - Slide
TIP!
Denk niet te lang na over jouw afbeeldingen. Het is een korte opdracht. Het gaat over vergelijken. Je krijgt geen cijfer, we bepalen zo wel of je nog iets nodig hebt dit schooljaar. Als je langer dan 5 minuten zoekt op internet is het tijdverspilling. Besteed liever meer tijd aan je zinnen 😊
Slide 39 - Slide
eDition
Als je de opdracht van de vergelijkingen aan jouw docent hebt gegeven en de volgende opdrachten af hebt, ben je klaar voor deze week.