paragraaf 4.1 2vwo

paragraaf 4.1

De Pruikentijd
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

paragraaf 4.1

De Pruikentijd

Slide 1 - Slide

Economische bloei in Frankrijk
- Bloei in nijverheid en handel.
- Rond Parijs ontstonden grote textiel bedrijven, wapentuig makers, en luxe goederen.
- De havens van Frankrijk worden ook gebruikt om schepen uit Amerika met koffie tabak suiker en katoen aan land te brengen.
- Landbouw bleef wel het belangrijkste middel van bestaan.
- Pacht en adellijke privileges maakte het leven op het platteland zwaar voor de boeren.

Slide 2 - Slide

De Franse standenmaatschappij
- De verschillen in de derde stand zijn enorm. (rijk / arm)
- De arme burgers werden vaak arm geboren met weinig tot geen kansen in het leven. De rijke burgers werden vaak rijk geboren en handelden veel. Maar hadden geen privileges.
- Privileges van de eerste en tweede stand waren het verkrijgen van baantjes in het leger en het bestuur. Een eigen rechtssysteem en belastingvoordelen.


Slide 3 - Slide

standenmaatschappij

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De verlichting
- Immanuel Kant: Durf te weten. is een gevleugelde uitspraak van hem.
- Iedereen moet tot zelf nadenken worden aangezet.
- De kerk en de koning zijn hier fel op tegen.
- Sinds de 17e eeuw waren er ook veel wetenschappelijke ontdekkingen.
- In de westerse wereld ontstaat het idee dat mensen met het verstand alles konden begrijpen en verklaren. (verlichting)
- Rationeel denken leidt tot een betere wereld en een beter leven.

Slide 6 - Slide

Anders denken over godsdienst
- Verlichte denkers keerden zich af tegen godsdienstig fanatisme en pleitten voor verdraagzaamheid en tolerantie.
- Voltaire komt met het idee van de klokkenmaker: God heeft de wereld perfect gemaakt maar bemoeit zich er verder niet meer mee.
- Er kwamen ook mensen die Atheïst werden en god helemaal weghaalde uit hun gedachten.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Gelijkheid
- Verlichting leidt tot kritiek op de standenmaatschappij.- Iedereen is gelijk geboren en heeft gelijke rechten (mensenrechten)
- Vrijheid van godsdienst, meningsuiting.
- gelijkheid in het rechtssysteem
- afschaffing slavernij (abolitionisme)
- John lock: Koningen krijgen hun macht van het volk maar niet van god. Ministers moeten samen met de koning regeren. Volk is daar zelf niet toe in staat.
- Volk mag wel ingrijpen als de machthebbers hun macht misbruiken.

Slide 9 - Slide

Montesquieu en Rousseau
Montesquieu: Driemachtenleer: Rechtelijke uitvoerende en wetgevende macht mag niet bij 1 persoon liggen maar moet gesplitst zijn: parlement maakt de wet, regering moet wetten uitvoeren en onafhankelijke rechters moeten recht spreken.

Rousseau: vond koning overbodig. Er is alleen een volksvertegenwoordiger nodig die de wil van het volk uitvoert.

Slide 10 - Slide

Boeken en genootschappen
- Denis Diderot maakt met anderen de  Encyclopedie.
Dit is een soort google uit die tijd. Een verzameling boeken met op alfabet veel kennis die op dat moment bekend is.
- Gewone mensen krijgen hierdoor op een overzichtelijke manier toegang tot veel kennis. (Onwetendheid is een belangrijke reden voor ellende is zo de gedachte)
- Kennis vergaren is vooral bij rijkere burgerij populair. Ze discussiëren vaak over de maatschappij en het leven. Dit gebeurt vaak in koffiehuizen.
- Kerk en koning probeerden dit soort boeken (verlichte boeken, encyclopedie etc.) te verbieden.

Slide 11 - Slide