Taal thema 5 week 3 les 11 en 12

Taal woordenschat
Thema 5, week 3, les 11
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Taal woordenschat
Thema 5, week 3, les 11

Slide 1 - Slide


A
gewichtloos
B
loodzwaar
C
vederlicht

Slide 2 - Quiz


A
gewichtloos
B
loodzwaar
C
vederlicht

Slide 3 - Quiz


A
gewichtloos
B
loodzwaar
C
vederlicht

Slide 4 - Quiz

Doet onderzoek naar een bepaald onderwerp
A
juf of meester
B
de wetenschapper
C
astronaut
D
boer

Slide 5 - Quiz

Het is heerlijk om vroeg op te staan
A
de morgenstond heeft goud in de mond
B
zoals het klokje tikt, tikt het nergens anders
C
bedachtzaam
D
de toestand

Slide 6 - Quiz

Zoals het is
A
de wetenschapper
B
rasecht
C
spontaan
D
De toestand

Slide 7 - Quiz

Als iets gemakkelijk is
A
luchtig
B
rasecht
C
spontaan
D
vastberaden

Slide 8 - Quiz

Zonder nadenken iets doen
A
luchtig
B
spontaan
C
de proef
D
bedachtzaam

Slide 9 - Quiz

helemaal echt
A
rasecht
B
zoals het klokje tikt, tikt het nergens
C
het couplet
D
het refrein

Slide 10 - Quiz

Het is het fijnste om thuis te zijn
A
bedachtzaam
B
het couplet
C
zoals het klokje tikt, tikt het nergens
D
heimwee

Slide 11 - Quiz

lang nadenken voor je iets koopt
A
impulsief
B
spontaan
C
bedachtzaam
D
luchtig

Slide 12 - Quiz

Is het gewichtloos, vederlicht, licht, zwaar of loodzwaar?
1. Fiets
2. Olifant
3. Astronaut
4. Veertje
5. Schrift

Slide 13 - Slide

Waar of niet waar?
  1. Een gedicht heeft altijd een refrein.
  2. De tekst van een refrein is steeds anders.
  3. De tekst van een couplet is steeds hetzelfde.
  4. De tekst van een refrein is steeds is hetzelfde.
  5. De tekst van een couplet is steeds anders.

Slide 14 - Slide

Woordfamilie
  • Alle woorden van een woordfamilie hebben hetzelfde basiswoord.
  • Alle woorden van dezelfde woordfamilie delen iets van dezelfde betekenis met elkaar. 
  • Onderzoek => onderzoeken, onderzoeker, politieonderzoek
  • Foto => fotograaf, trouwfoto, fotograferen, fotolijstje

Slide 15 - Slide

Maak bij het woord een woordfamilie met drie woorden:
  • hemel
  • zon
  • dier
  • woord
  • hout
  • pas

Slide 16 - Slide

Met welk basiswoord kun jij de grootste woordfamilie maken?
Schrijf ze allemaal op.
  • werk
  • tijd
  • spel

Slide 17 - Slide