This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
H6.3 Klimaat en kustbescherming
Slide 1 - Slide
Wat moet je kennen en kunnen?
waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
In Nederland altijd gevaar van overstromingen door de zee. Oorzaak: lage ligging Nederland.
1/4e deel Nederland onder de zeespiegel
- Bescherming door dijken en duinen.
- Land door dijken omringd = polder
Slide 4 - Slide
Oude verdedigingswerken:
- 1953: Watersnoodramp in
Zuidwest-Nederland (noord-
westerstorm, opstuwing in zee-
gaten) = Deltawerken
- 1933; Afsluitdijk; waterkering tussen Noord-Holland en Friesland die het IJsselmeer afsluit van de Waddenzee.
Slide 5 - Slide
Steeds verder onder de zeespiegel
De zeespiegel stijgt door klimaatverandering (§1 en §2) :
Laag-Nederland steeds verder onder de zeespiegel.
Door bodemdaling komt het land nog verder onder de zeespiegel te liggen.
Relatieve zeespiegelstijging =
echte zeespiegelstijging +
daling van de bodem.
Slide 6 - Slide
Hoe komt het dat de bodem daalt?
In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde
Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen
Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen
Slide 7 - Slide
Relatieve zeespiegelstijging
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Zandsuppletie
B
Getijdenlandschap
C
Dijkring
Slide 11 - Quiz
In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Waarom is Dijkring 14 zo belangrijk?
A
Den Haag met de regering ligt erin.
B
Schiphol ligt erin
C
De 4 grote steden liggen erin
D
A, B en C zijn alledrie goed
Slide 14 - Quiz
Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging
Slide 15 - Quiz
In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Bereken de relatieve zeespiegelstijging
timer
0:20
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter
Slide 17 - Quiz
Hoe komt het dat de bodem daalt?
In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde
Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen
Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen
Slide 18 - Slide
Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving
Slide 19 - Quiz
De zee bouwt op
De Nederlandse kust is een aanslibbingskust. Er ontstaan strandwallen.
Als deze droog staan neemt de wind dit zand mee.
Hierdoor ontstaan kustduinen.
Slide 20 - Slide
Aan de kust
Duinen
Op het stand waait het regelmatig flink. Het zand wordt meegenomen door de wind. Wanneer het zand, achter een stukje hout, gras of aangespoelde rommel, blijft hangen ontstaat daar langzaam aan een duin.
Strand
De zee spoelt het strand op. In het zeewater zit zand.
Elke keer, wanneer het zeewater het strand op spoelt, laat zee de weer een laagje zand achter --> aanslibben.
Zandbanken
De stroming van de zee neemt af waardoor zand sedimenteerd, hierdoor onstaan zandbanken.
aanslibbingskust
Een aanslibbingskust, is een kust die elke keer, wanneer de zee zand neerlegt (sedimentatie), een stukje groter wordt. Nederland heeft een aanslibbingskust, dit kun je zien aan de brede stranden
Slide 21 - Slide
De zee breekt af
De kusten van Frankrijk en Groot-Brittannië breken juist af.
Dit is een afbraak- of klifkust.
Het bestaat uit zacht gesteente.
Het harde gesteente blijft staan, waardoor de kust uit gaat steken op bepaalde plekken.
Slide 22 - Slide
Wat moet je kennen en kunnen?
waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging