This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 4 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De serie start met vorige post in Simons app 'About that'. Welke uitspraak is juist?
A
'De zomer is voorbij' bevat een terugwijzing.
B
'en je weet wat dat betekent: ik ook' is eveneens een vooruitwijzing.
C
'.. en de school weer begonnen' is een vooruitwijzing.
D
Geen van de vorige uitspraken is correct.
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Vind je dat mevrouw Avery hier een vooruitwijzing gebruikt ?
JA
NEEN
Slide 5 - Poll
Slide 6 - Slide
Welk deel van de zin drukt een terugwijzing uit?
A
ik weet ..
B
...dat u mij niet geloofde...
C
...maar de mobiel was niet van mij.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Tijdens de les werd reeds vermeld dat de gemarkeerde gebeurtenis voor een retardering zorgde. Welke TIJDSVOLGORDE komt hier immers voor? een... ( vul aan)
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Typ het deel van de zin over dat een flashforward uitdrukt.
Slide 11 - Mind map
Slide 12 - Slide
Je zag zonet..
A
een vooruitwijzing in beeld.
B
een terugwijzing in beeld.
C
een voorbeeld van tijddekking
D
een voorbeeld van een tijdsprong.
Slide 13 - Quiz
Er volgen drie situaties.
Bekijk deze aandachtig.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
In welke van deze drie situaties kwam er GEEN tijdsprong voor?
A
situatie 1
B
situatie 2
C
situatie 3
D
In ALLE situaties kwam een tijdsprong voor.
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Welk verteltempo vind je in dit fragment terug?
A
tijddekking
B
retardering
Slide 20 - Quiz
Welk verteltempo komt er grotendeels in het fragment uit 'One of us is lying' voor?