Water: Een boom haalt water uit de groen met zijn wortelen. Vanuit de wortel komt het water bij de bladeren door stengel/takken.
Zonlicht: De bladeren vangen zonlicht op met hun bladgroenkorrels.
Adem (CO2) : Via de onderkant van de bladeren haalt de boom adem. In de onderkant van de bladeren zitten namelijk huidmondjes (de afbeelding die jullie erbij zien). Die huidmondjes ademen koolzuurgas in en ademen zuurstof uit.
De fotosynthese: Wanneer een boom dit allemaal heeft zet hij zonlicht, water en adem (CO2) om in suikers en zuurstof (O2). De zuurstof is voor de mens en de boom gebruikt het suiker om te groeien.