spreekwoorden

Welke spreekwoorden/uitdrukkingen ken je?
1 / 11
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke spreekwoorden/uitdrukkingen ken je?

Slide 1 - Mind map

Wat zijn uitdrukkingen? 
Sleep hierheen! 
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
De duurzame energie.
Voorkomen is beter dan genezen
Een luchtje scheppen

Slide 2 - Drag question

Wat wordt hier afgebeeld?

Slide 3 - Slide

En welk spreekwoord staat hier?

Slide 4 - Slide

Welke spreekwoorden staan hiernaast?
Welke betekenis hoort bij welk spreekwoord?


1. Zo gelukkig, blij zijn dat je niet goed oplet.
2. Ook al lijkt wat je hebt niet veel waard, het is altijd waardevoller. dan het vele dat je beloofd wordt.
3. Op het nippertje aan een gevaar ontsnappen.
4. Een zaak tot in bijzonderheden vertellen.
5. Door het ontwijken van iets onaangenaams in een nog vervelender situatie belanden.
6. Een rijke nog meer geld bezorgen.
7. Door verkeerd advies iemand in een nog slechtere positie dan voorheen brengen.
8. Een mens die zich vriendelijk voordoet, maar in feite gevaarlijk is.
9. Zeer voorzichtig handelen.

Slide 5 - Slide

Weet jij wat de volgende uitdrukkingen betekenen? Trek lijnen van de uitdrukkingen naar de juiste betekenis
Een appeltje met iemand te schillen hebben.
zijn/haar oogappel zijn.
Een zuurpruim zijn.
Je kunt appels niet met peren vergelijken.
Groeien als kool.
iemands lieveling zijn.
twee totaal verschillende dingen vergelijken
Snel groeien.
Nog een vervelend onderwerp bespreken met iemand
heel chagrijnig.

Slide 6 - Drag question

Weet jij wat de volgende uitdrukkingen betekenen? Trek lijnen van de uitdrukkingen naar de juiste betekenis
Leven in de brouwerij
naar iemands pijpen dansen
een boterbriefje halen
van de koude kermis thuis komen
een beestje na een feestje hebben
alles doen wat iemand vraagt
teleurgesteld zijn
hoofdpijn (een kater) hebben na te veel drinken
de saaiheid doorbreken
gaan trouwen

Slide 7 - Drag question

Weet jij wat de volgende uitdrukkingen betekenen? Trek lijnen van de uitdrukkingen naar de juiste betekenis
In iemands vaarwater zitten.
Huilen als een hofhond.
De violen stemmen.
De bloemetjes buiten zetten.
Moet je nog peultjes?
Erbarmelijk tekeer gaan.
Met elkaar onderhandelen.
Feest vieren.
Oneerlijk keuren.
Wat zeg je daarvan!

Slide 8 - Drag question

Weet jij wat de volgende uitdrukkingen betekenen? Trek lijnen van de uitdrukkingen naar de juiste betekenis
Een gat in de dag slapen.
Ergens een nachtje over  willen slapen.
Hij stond te slapen.
Slapen als een roos.
Slapend rijk worden.
er eerst over willen nadenken
erg vast en heerlijk slapen
veel geld verdienen zonder er iets voor te moeten doen
lang doorslapen
hij lette niet op

Slide 9 - Drag question

Weet jij wat de volgende uitdrukkingen betekenen? Trek lijnen van de uitdrukkingen naar de juiste betekenis
Boontje komt om zijn loontje.
Een mens is geen aardappel.
Zijn eigen boontjes doppen.
De appel valt niet ver van de boom.
Iets voor een appel en een ei kopen.
Iedereen heeft soms behoefte aan ontspanning.
Kinderen lijken vaak op hun ouders.
Iets kopen voor weinig geld.
Hij krijgt wat hij verdient.
zijn eigen problemen oplossen.

Slide 10 - Drag question

Sleep de uitdrukkingen naar de goede betekenis
Met mooie praatjes bedriegen
Voor een heel lage prijs verkopen
Zeer vlot verkopen
Als warme broodjes over de toonbank gaan
Voor een appel en een ei verkopen
Knollen voor citroenen verkopen

Slide 11 - Drag question