Hoofdstuk 1 les 3

Welkom bij wiskunde! 
Leg je wiskundespullen vast klaar op je tafel
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij wiskunde! 
Leg je wiskundespullen vast klaar op je tafel

Slide 1 - Slide

Lesregels 
- Telefoons in de telefoonkast.
- Tijdens de les ben je stil en doe je mee. 
- Je stelt vragen door je vinger op te steken.
- Tijdens de les krijg je tijd om je huiswerk te maken. Je mag met elkaar overleggen, wel fluisteren.
- Altijd je wiskundespullen meenemen.
- WC; tijdens de les gaan we zo min mogelijk naar de wc.
- 3x huiswerk niet gemaakt, is een uur nakomen.

Slide 2 - Slide

Programma van deze les
  • Herhaling paragraaf 1.2
  • Uitleg paragraaf 1.3 (deels)
  • Aan het werk

Slide 3 - Slide

Wie weet het nog?
Vermenigvuldigen:
+ X + = ...
+ X - = ...
- X + = ...
- X - = ...
Delen:
+ : + = ...
+ : - = ...
- : + = ...
- : - = ...

Slide 4 - Slide

Als ik twee negatieve getallen
met elkaar vermenigvuldig.

Krijg ik dan een negatief of een positief getal?
A
Negatief
B
Positief

Slide 5 - Quiz

sommen met min-getallen.
- 5 x -2 =
A
10
B
-10
C
-7
D
7

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Doelen van de les
Je kent de begrippen kwadraat en 
kwadrateren.
Je kan rekenen met een kwadraat.
Je kan het kwadraat van een negatief
getal uitrekenen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Paragraaf 1.3
Getallen kun je met elk getal vermenigvuldigen. Maar als je een getal met zichzelf vermenigvuldigt noem je dat een kwadraat. 
8 x 8 = 64. Je zegt dan, het kwadraat van 8 is 64. 

We schrijven dit als: 
82=64

Slide 11 - Slide

Wat is 6²?
A
12
B
30
C
36
D
42

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Paragraaf 1.3
Je kunt van elk getal een kwadraat nemen. 0,5 in het kwadraat is (0,5 x 0,5= 0,25)


Overleg met je buurman of buurvrouw. Wat is het kwadraat van -3 en van -9?
Wat valt je op bij het kwadrateren van negatieve getallen?
(0,5)2=0,25

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Paragraaf 1.3
Belangrijk:
Let goed op waar het 'min'-teken staat. Als de min ook in het kwadraat staat, komt er dus een positief getal uit (min x min = plus) als de '-' niet in kwadraat gaat komt er een negatief getal uit (min x plus = min)

             -5  X -5 = 25                                           -5  X  5 = -25
52=25
(5)2=25

Slide 18 - Slide

3 kwadraat =
A
2x 3
B
3 x 3

Slide 19 - Quiz

Het kwadraat van 9
A
18
B
64
C
81
D
99

Slide 20 - Quiz

Het kwadraat van 4 = ...
A
8
B
16
C
64
D
2

Slide 21 - Quiz

Wat is het kwadraat van -6?
A
36
B
-36

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Wat is het tegengestelde van
2 in het kwadraat?

Slide 24 - Mind map

Wat is het tegengestelde van
-4 in het kwadraat?

Slide 25 - Mind map

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 


  • Maken van 1.3 opgave: 25 t/m 32
  • Klaar? Nakijken! Maak daarna de keuze voor de ondersteunende of uitdagende opdrachten.


Let op!
Sluit de les niet af!
Had je de vragen in LessonUp goed? Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 

Slide 26 - Slide

Aan het werk

  • Maken:  1.3 opdracht 25 t/m 32 op blz. 18 t/m 20


Niet af?

- huiswerk t/m opdracht 32 


met Zs tijd
Uitleg Zs
Tijdens Zelfstandig Stil:
Je werkt zelfstandig en stil. Heb je een vraag:
1. Lees nogmaals de opdracht.
2. Lees de uitleg (schrift of lesboek).
3. Gebruik het antwoordenboek.
4. Probeer de volgende opdracht.
5. Stel je vraag na Zs aan buurman/vrouw of mevrouw Lusseveld tijdens vragenronde. 

Slide 27 - Slide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 28 - Slide