Par 6.1: wereldhandel en handelskapitalisme (HAVO)

Par. 6.1: 
Over zeeën en oceanen
De KA's die bij deze paragraaf horen:
- De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht in de Republiek (Gouden Eeuw)
- Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Par. 6.1: 
Over zeeën en oceanen
De KA's die bij deze paragraaf horen:
- De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht in de Republiek (Gouden Eeuw)
- Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

Slide 1 - Slide


Slide 2 - Open question

Voorbereiding
Bestudeer paragraaf 6.1 (dus bekijk de tussenkopjes, scan de afbeeldingen, bekijk waar de paragraaf over gaat)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Leg uit wat het begrip "moedernegotie" betekent en waarom de Oostzeehandel bij deze term hoort.

Slide 5 - Open question

Waar ligt de Oostzee?
A
Bij Indonesië
B
Bij de Baltische staten (Estland, Letland, Litouwen)
C
Bij Rusland
D
Bij Engeland

Slide 6 - Quiz

Er was geen sterke feodale traditie in de Republiek. Leg uit wat feodalisme is (zoek het op in je boek in hoofdstuk 3, paragraaf 1) en waarom dat bijdraagt aan de snelle economische ontwikkeling.

Slide 7 - Open question

Noem een gevolg van de snelle economische ontwikkeling voor de burgerlijke cultuur

Slide 8 - Open question

De basis voor de grote rijkdom van de Republiek tijdens de Gouden Eeuw kwam door...
A
De Oostzeehandel
B
De VOC
C
De WIC
D
De EIC

Slide 9 - Quiz

Filmpje VOC
De Oostzeehandel legde de basis voor de rijkdom van de Gouden Eeuw. Als we het hebben over rijkdom en economische innovatie rond 1600, denken we toch vooral aan de VOC! Bekijk het filmpje in de volgende slide en beantwoord de vragen die volgen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

De VOC wordt ook wel de eerste multinational van de wereld genoemd. Noem een kenmerk van de VOC die deze bewering ondersteunt.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Amsterdamse beroemde koopman namen. Grootgrondbezitters no 2 kreeg zelfs Deense kroon!
De Geer 17de eeuwse Zweedse koopman: kreeg recht op mijnbouw ivm t feit dat hij wapens verkocht aan Zweden tijdens 30 jarige oorlog.
Marselius 17 Deen  : werd rijk in Denemarken omdat hij graan verkocht aan Denemarken en zo een hongersnood voorkwam. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

manufactuur
Bodem Holland te nat voor graanteelt. Gevolg men ging over op t verbouwen van grondstoffen voor de nijverheid: vlas voor linnen, hennep voor touw.
Er ontstond een uitgebreide manufactuur: primitieve nijverheid werkplaats op spierkracht ; brouwerij, botenbouw etc

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

De VOC was veel meer dan alleen een handelsonderneming. In dit filmpje wordt ook wel gezegd "De VOC is een staat in een staat". Noem twee bevoegdheden van de VOC op politiek gebied.

Slide 24 - Open question

Welke restanten zie je nu nog terug op Indonesië van de VOC?

Slide 25 - Open question

Was de VOC uiteindelijk een winstgevende onderneming? Leg je antwoord uit

Slide 26 - Open question

imulatie van handelsstromen: Verdeel de klas in groepen en geef elke groep een rol als een land of een handelsorganisatie. Laat ze verschillende handelsstromen simuleren door middel van rollenspellen. Hierbij kunnen ze onderhandelen over handelsovereenkomsten, tarieven, enzovoort.

Gebruik van technologie: Maak gebruik van technologische hulpmiddelen zoals interactieve kaarten of visualisaties om handelsstromen te tonen. Laat de leerlingen bijvoorbeeld met behulp van een interactieve kaart de belangrijkste handelsroutes en -partners ontdekken.
Case studies: Geef voorbeelden van historische of actuele handelsstromen en laat de leerlingen deze analyseren aan de hand van case studies. Bespreek bijvoorbeeld hoe de Zijderoute heeft bijgedragen aan de uitwisseling van goederen, cultuur en ideeën tussen Oost en West.
Debat: Organiseer een debat waarin leerlingen verschillende standpunten vertegenwoordigen over handelsstromen, zoals vrijhandel versus protectionisme, of de impact van globalisering op de economie en de samenleving.
Gastsprekers: Nodig een gastspreker uit die werkzaam is in de internationale handel of economie om te praten over hun ervaringen en inzichten. Dit kan de leerlingen een waardevol perspectief bieden en hen inspireren.
Spelletjes en quizzen: Integreer leuke en educatieve spelletjes of quizzen in de les om de kennis van de leerlingen te testen en hen te motiveren om actief deel te nemen.
Verbinding met actuele gebeurtenissen: Breng handelsstromen in verband met actuele gebeurtenissen en trends in de wereldhandel. Bespreek bijvoorbeeld hoe natuurrampen, politieke conflicten of technologische ontwikkelingen van invloed kunnen zijn op handelsstromen.
Door deze verschillende benaderingen te combineren, kun je een boeiende en stimulerende les creëren die de interesse van de leerlingen wekt en hen helpt de complexiteit van handelsstromen beter te begrijpen.












Slide 27 - Slide

Body
Indie, specerijenhandel, Vereenigde Oostindische Compagnie. De welvaart die de Republiek der zeven verenigde Nederlanden tussen 1580 en 1680 ten deel viel is voor de meeste Nederlanders onlosmakelijk met deze trits verbonden. Onze Gouden Eeuw komt door Oost-Azie.
Die opvatting is onder economisch-historici geen gemeengoed meer. Sinds een aantal jaren - met name na de ontdekking van een aantal scheepswrakken nabij de Wadden - heeft de mening postgevat dat onze welvaart niet uit Azie komt, maar uit de Oostzee. De graanhandel met Oostzee-landen is de kurk waarop de welvaart van de Republiek dreef. Uit dat graan is ons goud voortgekomen.
Die jongste ontdekkingen hebben sommige economisch-historici echter niet van hun stuk kunnen brengen. De roemruchte VOC blijft voor hen de aanstichter en de smaakmaker van de Gouden Eeuw.
Vrijdag, pal voor de opening van de tentoonstelling 'Rijke lading, Hollands welvaren', debatteerden enkele van de antagonisten in het Amsterdamse Scheepvaartmuseum over de vraag waaraan die kleine natie haar enorme economische betekenis ontleende.
Milja van Tielhof van de Universiteit Utrecht voerde vier argumenten aan waarom het belang van de Oostzeehandel uitsteeg boven alle andere. Het natte land was slecht geschikt voor de landbouw. De toenemende bevolking moest wel gevoed. Handel werd daarmee letterlijk van levensbelang. Haver- en gerstverbouw (bierindustrie) en veeteelt lukten wel in de vochtige delta. Nadat de eerste contacten al aan het eind van de vijftiende eeuw waren gelegd door zeevarenden die op kleine scheepjes door de Sont naar Polen voeren, werd bier en vlees, maar ook laken uit Leiden geruild tegen graan uit de Oostzeelanden.
Van Tielhof: 'Het werd de ruggengraat van de handel en scheepvaart in de Gouden Eeuw. Een routinematige en daarmee stabiele handel van jaarlijks duizenden schepen die dag in dag uit heen en weer pendelden tussen de Amsterdamse stapelmarkt en de Oostzee. Het leverde niet al te hoge maar wel zeer betrouwbare inkomsten op.'
Het was bovendien een handel die door zijn omvang veel uitstraling had naar kleine handelaren, zorgde voor veel werkgelegenheid voor ambachtslieden als scheepswerkers, touwslagers en zeilmakers. Zo profiteerden brede lagen van de bevolking van deze graanhandel en werd de welvaart wijdverbreid, aldus Van Tielhof.
Ten slotte meldde de historica dat de aanwezigheid van voldoende graan in de Amsterdamse pakhuizen voor een stabiele voedselvoorziening zorgde in de regio. Er was zelfs de regel dat in geval van een voedselramp de export van graan zou vervallen om eerst de eigen bevolking te kunnen voeden. 'Van peper- of suikertekorten is nog nooit iemand omgekomen', bitste Van Tielhof naar haar tegenstanders. De basis van onze welvaart is de graanhandel met de Oostzeelanden die daarom wel 'moedernegotie' wordt genoemd: de moeder van alle handel.
Opponenten Victor Enthoven van het Koninklijk instituut voor de marine en de Leidse historicus Femme Gaastra hadden een harde dobber om al die argumenten te weerleggen. Enthoven verdedigde de stelling van de beroemde Britse Nederlandkenner Jonathan Israel dat de basis van Neerlands rijkdom ligt bij de handel in luxe goederen. 'Enthoven erkende wel dat de basis werd gelegd door de graanhandel, maar dat was niet de belangrijkste stap. Dat was de uitwaaiering van Hollandse zeelieden naar West-Afrika, West-Indie en Brazilie. De handel in koffie, cacao en suiker die daaruit voortkwam had door zijn hoge waarde - afgezet tegen de laagwaardige graanhandel - een veel grotere omzet dan bij voorbeeld de specerijenhandel uit en met Azie. Enthoven: 'Is het toeval dat de opkomst en neergang van Nederland als economische grootmacht in de zeventiende eeuw samenvalt met de verovering van die gebieden en het faillissement van de West-Indische Compagnie?'
Femme Gaastra houdt vast aan de klassieke stelling dat de VOC het fundament van onze rijkdom is. Die handelsonderneming bestierde in haar eentje twintig procent van het Nederlandse scheepstonnage, had een monopolie op de lucratieve handel met Azie, domineerde de intra-Aziatische handel (van Batavia naar Colombo op Ceylon, van Batavia naar Decima in Japan) en maakte daarmee Amsterdam tot de belangrijkste handelsstad van de wereld met alle uitstraling naar werkgelegenheid voor de regio van dien. Daarnaast gaf de VOC als eerste naamloze vennootschap in de wereld een impuls aan het bankwezen.
Conservatrice Els van Eijk van het Scheepvaartmuseum stond voor de lastige taak het verlossende woord te spreken. Hoewel zij meerdere zielen in haar borst droeg - gepromoveerd op de VOC en medeorganisator van de tentoonstelling - koos zij, met instemming van de zaal, voor de graanhandel als basis van onze welvaart. 'Daarmee werd de basis gelegd voor de ouderwetse handelaar/middenstander, de wijdverbreide werkgelegenheid en kennis (navigeren). Kortom de grootste welvaart voor de meeste mensen. De versnelling van de economische groei waarop de VOC kon voortbouwen tot ver in de achttiende eeuw is door de handel met Dantzig, Riga en Koningsbergen (nu Kaliningrad) mogelijk geworden.'
Handel ; Geschiedenis













Slide 28 - Slide

KA uitwerken
Vul met behulp van je boek je tijdvakdossier in bij KA "wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie". 

Let op "verandering": waardoor is de wereldwijde handel ontstaan? Maar ook welke veranderingen komen er door deze handel? Oftewel, wat zijn de gevolgen?

Slide 29 - Slide

Maak een foto van je uitwerking/ schema/ samenvatting van KA "wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie"

Slide 30 - Open question