Duits: zinnen met want en omdat

Denn und weil (want en omdat)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Denn und weil (want en omdat)

Slide 1 - Slide

Programm
In deze les leren jullie iets over zinnen met de voegwoorden want (denn) en omdat (weil).

Slide 2 - Slide

Ziel
Aan het eind van deze les:
- weet je wat want en omdat betekenen,
- weet je hoe de zinsbouw in elkaar zit na het gebruik van beide woorden,
- kun je zelf een aantal zinnen maken met deze voegwoorden.

Slide 3 - Slide

Want en omdat...
Zijn voegwoorden; ze verbinden twee zinnen aan elkaar:
Ik ben blij vandaag, want het is mijn verjaardag.
Ik kan niet naar school, omdat ik ziek ben

De dunne schuine zin is de hoofdzin en de dikke schuine zin is de bijzin (hoewel de dikke schuine zin na want eigenlijk ook een hoofdzin is).

Slide 4 - Slide

In het Nederlands gebruik je deze woorden automatisch. Je vormt zo'n zin zonder erbij na te denken.
Toch maken veel studenten er in het Duits fouten in, omdat ze de vertaling via het Engels laten verlopen.

Ja...jullie zijn over het algemeen zo goed in Engels, dat jullie vertaalslag van Nederlands naar Duits eerst via het Engels gaat. Dus Nederlands- Engels- Duits. 
En dan ziet het er zo uit:

Slide 5 - Slide

Ik ben blij vandaag, want het is mijn verjaardag.
I'm happy todat, since it's my birthday today.
Ich bin froh, denn es ist mein Geburtstag heute.
(Deze vertalingen zijn hetzelfde qua zinsbouw). 

Ik kan niet naar school, omdat ik ziek ben.
I can't go to school, because I'm ill.
Veel studenten vertalen de Duitse zin op basis van de Engelse zinsbouw:
Ich kan nicht zur Schule, weil ich bin krank. 

Slide 6 - Slide

Er staat dan letterlijk 'ik kan niet komen, omdat ik ben ziek'. 
Die zinsbouw klopt niet. De persoonsvorm ('ben') staat achteraan in een Nederlandse bijzin. Zo óók in het Duits.
Dit gaat in de praktijk vaak fout.

Denk aan het volgende:
De zinsbouw in het Nederlands en Duits zijn vrijwel altijd hetzelfde. Zo ook nu. 

Slide 7 - Slide

Vertaal de zinnen dan ook 1 op 1.

Ik kan niet komen, omdat ik ziek ben
Ich kann nicht kommen, weil ich krank bin. 

Ik kan niet komen, want ik ben ziek.
Ich kann nicht kommen, denn ich bin krank. 

We gaan even checken of de instructie goed is overgekomen.

Slide 8 - Slide

Want betekent...
A
weil
B
denn

Slide 9 - Quiz

Weil betekent...
A
omdat
B
want

Slide 10 - Quiz

Erik ist zu spät, denn er hat sich verschlafen.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Leonie hat kein Geld mehr, denn sie zu viele Kleidung gekauft hat.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Ich esse ein Brötchen, weil ich Hunger habe.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Marja hat keine Zeit, ... sie muss arbeiten.
A
weil
B
denn

Slide 14 - Quiz

Ich darf kein Auto fahren, ... ich noch keinen Führerschein habe.
A
weil
B
denn

Slide 15 - Quiz

Maak van de volgende woorden een kloppende zin:

trinke etwas denn ich Durst habe ich

Slide 16 - Open question

Nog een laatste opdracht
In de volgende slide vind je nog een link naar een extra oefening waarmee je deze techiek goed leert toepassen.
Lees de zin en vertaal deze in je hoofd. Bepaal vervolgens welk van de twee voegwoorden passend is.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Vond je deze les nuttig/leerzaam?
Leg in het Duits uit waarom en gebruik een van de twee voegwoorden (denn of weil).
Ich fand diese Lektion (nicht) lehrreich/ nützlich.....

Slide 19 - Open question

Leg in het Duits uit waarom je nu weg moet.

Slide 20 - Open question

Auf Wiedersehen!

Slide 21 - Slide