What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2F Nederlands voorbereiden examens les 8
Voorbereiding CE lezen en luisteren les 8
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voorbereiding CE lezen en luisteren les 8
Slide 1 - Slide
Examen
Centraal Examen Nederlands lezen en luisteren:
26
januari 2023 om
10.00
uur:Jan, Britt, Jesse, Agnes, Christiane, Annelien, Elina en Ezra
16
januari 2023 om
12.30
uur: Aranshi, Menderini, José, Angelina en Mellory
Slide 2 - Slide
Theorie (tekstverbanden)
Vier
tekstverbanden:
opsommend
tijdsvolgorde
tegenstellend
concluderend
Slide 3 - Slide
Theorie (tekstverbanden en signaalwoorden)
1. Het rad draait op een tegel.
2. Je bedenkt een zin met dit
tekstverband
Slide 4 - Slide
opsommend
tijdsvolgorde
tegenstellend
concluderend
Onze familie houdt
zowel
van hockey als van hardlopen.
Op zondag gaan we altijd hockeyen,
nadat
we vijf kilometer hebben gerend.
Mijn zus Diana hockeyt bij UVC,
maar
ze wordt nooit opgesteld.
Walter rookt altijd onder het hardlopen, hij leeft
dus
niet erg gezond.
Slide 5 - Drag question
Theorie (tekstverbanden)
Tekstverband
Signaalwoorden
Voorbeelden
opsommend
ten eerste, ook, bovendien, zowel ... als, ten slotte
Max houdt van klimmen. Hij houdt
ook
van boulderen.
tijdsvolgorde
eerst, terwijl, nadat, voordat, daarna, vervolgens, ten slotte
Bibi eet altijd een banaan
voordat
ze gaat sporten.
tegenstellend
maar, echter, evenwel, toch, daarentegen, integendeel
Ilana vindt volleyballen leuk,
maar
alleen op vakantie.
concluderend
dus, dan ook, concluderend, hieruit volgt
Joris is lang,
dus
basketbal is een goede sport voor hem.
Slide 6 - Slide
Noem het tekstverband:
Sofie wil hem nooit meer zien. Jaap
daarentegen is nog steeds gek op haar.
Slide 7 - Open question
Welke vier leesstrategieën ken je?
Slide 8 - Open question
Theorie (leesstrategieën)
Je hebt
vier leesstrategieën
:
Verkennend lezen
Je wilt een eerste indruk krijgen van een tekst.
Je bekijkt de tekst, maar leest hem nog niet echt.
Nauwkeurig lezen
Je wilt weten wat er in de tekst staat. Je wilt de tekst begrijpen. Je leest hem helemaal.
Zoekend lezen
Je hebt een vraag, waar je antwoord op wilt hebben. Je zoekt in de tekst het antwoord.
Studerend lezen
Je wilt de tekst leren. Je leest om te kunnen onthouden.
Nieuw!
Dit bekijk en lees je voortaan als je verkennend leest.
Slide 9 - Slide
Je zoekt een nieuwe telefoon. Je kijkt in het reclameblaadje van de Mediamarkt.
Welke leesstrategie gebruik je?
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
studerend lezen
Slide 10 - Quiz
Verkennend lezen
Nauwkeurig lezen
Zoekend lezen
Studerend lezen
Je wil weten wat de betekenis is van 'dictatuur'.
Je wilt het onderwerp van een tekst weten.
Voor biologie moet je leren hoe de fotosynthese werkt.
Je wilt weten wat het woord 'trivia' in de tekst betekent, maar je hebt geen woordenboek
Je leest een Donald Duck strip.
Slide 11 - Drag question
Welke leesstrategie gebruik je?
Je probeert een programma te vinden in een tv-gids.
A
verkennend
B
nauwkeurig
C
zoekend
D
studerend
Slide 12 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je?
Je gebruikt een handleiding om een kast van Ikea in elkaar te zetten.
A
verkennend
B
nauwkeurig
C
zoekend
D
studerend
Slide 13 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je?
Je leest een tekst waar je vragen over moet beantwoorden.
A
verkennend
B
nauwkeurig
C
zoekend
D
studerend
Slide 14 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je?
Je wil van de artikelen uit een tijdschrift alleen het artikel lezen dat je het meest interessant lijkt.
A
verkennend
B
nauwkeurig
C
zoekend
D
studerend
Slide 15 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je?
Je gebruikt een hoofdstuk uit een geschiedenisboek om je voor te bereiden op een proefwerk.
A
verkennend
B
nauwkeurig
C
zoekend
D
studerend
Slide 16 - Quiz
Oefening kijken en luisteren
We kijken en luisteren samen naar de video (8 minuten)
Beantwoord daarna de 6 vragen
Slide 17 - Slide
Luisterstrategieën
gericht of intensief luisteren?
je kunt instructies begrijpen
teksten op radio, tv en internet begrijpen
Maak aantekeningen bij de filmpjes!
Slide 18 - Slide
Vragen bij filmpje
Hoe laat vertrekt Dylan en hoe weet hij dat?
Welk voordeel van het chauffeursvak wordt
niet
door Wil genoemd?
Waarom heeft Dylan een pallet bij zich voor zijn collega Jasper?
Slide 19 - Slide
Vragen bij filmpje
4. Hoe gaat Dylan de vrachtwagen in om te helpen met laden?
5. Waar moet de laatste pallet van Dylan staan en waarom?
6. Sleepvraag: zet de stappen in de juiste volgorde.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
1. Hoe laat vertrekt Dylan en hoe weet hij dat?
A
Om 06.30: Hij krijgt van de planning te horen hoe laat hij moet vertrekken.
B
Om 07.00 uur: Hij krijgt van de planning te horen hoe laat hij bij de klant moet zijn.
C
Om 06.30: Hij moet om 07.00 uur bij de klant zijn en weet dat het een half uur rijden is.
D
Om 07.00 uur: want hij begint elke dag om 07.00 uur.
Slide 22 - Quiz
2. Welk voordeel van het chauffeursvak wordt NIET door Wil genoemd?
A
Het is leuk om de hele dag op een vrachtwagen te rijden.
B
Je hebt veel contact met mensen.
C
Je kunt zelf je dag indelen. Dat geeft vrijheid.
D
Je komt op mooie plekken waar je anders niet zo gauw komt.
Slide 23 - Quiz
3. Waarom heeft Dylan een pallet bij zich voor zijn collega Jasper?
A
Omdat de laadploeg vergeten was om deze pallet te laden.
B
Omdat de route die Jasper moet rijden zo korter wordt.
C
Omdat deze pallet in de verkeerde vrachtwagen (van Dylan) is gezet.
D
Omdat deze pallet niet meer in de vrachtwagen van Jasper pastte.
Slide 24 - Quiz
4. Hoe gaat Dylan de vrachtwagen in om te helpen met laden?
A
Hij klimt zelf op de laadklep.
B
Hij gebruikt het trapje van de vrachtwagen.
C
Hij wordt met de heftruck in de vrachtwagen gezet.
D
Dat is niet duidelijk: hij staat al in de vrachtwagen.
Slide 25 - Quiz
5. Waar moet de laatste pallet van Dylan staan en waarom?
A
Links: want dat is het veiligst.
B
Links of rechts: dat maakt Dylan niet uit.
C
Rechts: want dan kan Dylan de lading beter zekeren.
D
Rechts: want deze moet aan de laagste kant van de weg staan.
Slide 26 - Quiz
6. Zet onderstaande stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
De tank omhoog zetten in 45 graden
De motor aanzetten en tank leegblazen
De aansluit koppelingen monteren
De vrachtwagen voor het juiste dock zetten
De slang aansluiten op compressor
Slide 27 - Drag question
Tips bij luister/kijk-fragmenten
Luister gericht door eerst de vragen te lezen en daarna het fragment te beluisteren.
Pauzeer het fragment om een vraag te beantwoorden
Let op signaalwoorden: deze geven een verband aan
Let goed op het beeld: dit kan extra informatie bevatten of iets duidelijker maken.
Slide 28 - Slide
Aan de slag!
Bouwsteen 5 Taalblokken: lezen en luisteren opgave 1 t/m 27
Bouwsteen 6: Taalblokken: lezen en luisteren opgave 1 t/m 31
Bouwsteen 7: Taalblokken: lezen en luisteren opgave 1 t/m 35
Bouwsteen 8: Taalblokken lezen en luisteren opgave 1 t/m 37
Voorbereiden eindtoets taalblokken (theorie Teams)
Oefenexamens in Taalblokken of facet.onl
Slide 29 - Slide
Een hele fijne kerstvakantie gewenst!
Slide 30 - Slide
More lessons like this
2F Nederlands opdracht luisteren les 6a
December 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
2F Nederlands voorbereiden CE lezen en luisteren les 6
November 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
kijken en luisteren versie 4
August 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
22231205 uv eerstejaars
December 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalblokken opwarmer deel 1
March 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Herhaling Taalblokken 1-8 Tekstbegrip
September 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
kijken en luisteren versie 4
December 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Herhaling Taalblokken 1-8 Tekstbegrip
September 2021
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2