What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling Taalblokken 1-8 Tekstbegrip
Hoe was het ook alweer?
De grote
Taalblokken Quiz
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoe was het ook alweer?
De grote
Taalblokken Quiz
Slide 1 - Slide
Wat is het doel van een recensie?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Uitleggen hoe je iets doet
Slide 2 - Quiz
Welke leesstrategieën ken je?
Slide 3 - Open question
Leesstrategieën
Verkennend lezen
-
Je wilt een indruk krijgen van de tekst, wat voor tekstsoort het is. Je bekijkt titel, tussenkopjes en afbeeldingen.
Globaal lezen
-
Je wilt de hoofdlijnen weten. Je leest inleiding, slot en kernzinnen.
Intensief lezen
- Je wilt de tekst begrijpen. Je leest de tekst helemaal.
Gericht / zoekend lezen
-
Je wilt antwoord op een vraag en zoekt naar een bepaald woord.
Slide 4 - Slide
Je zoekt een nieuwe telefoon. Je kijkt in het reclameblaadje van de Mediamarkt.
Welke leesstrategie gebruik je?
A
Verkennend
B
Globaal
C
Intensief
D
Gericht/zoekend
Slide 5 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je?
Je leest een tekst die je echt wil begrijpen.
A
Verkennend
B
Globaal
C
Intensief
D
Gericht/zoekend
Slide 6 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je?
Je gebruikt een handleiding om een Ikea-kast in elkaar te zetten.
A
Verkennend
B
Globaal
C
Intensief
D
Gericht/zoekend
Slide 7 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je?
Je ziet op internet een artikel en wilt weten met wat voor soort tekst je te maken hebt.
A
Verkennend
B
Globaal
C
Intensief
D
Gericht/zoekend
Slide 8 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je?
Je krijgt een opdracht op papier. Je wilt weten waar de opdracht op hoofdlijnen over gaat.
A
Verkennend
B
Globaal
C
Intensief
D
Gericht/zoekend
Slide 9 - Quiz
Je ziet een video op YouTube en vraagt je af 'Waar gaat deze video over?'
Wat wil je dan weten?
A
Het onderwerp
B
De hoofdgedachte
Slide 10 - Quiz
Welk antwoord is waar?
De 'hoofdgedachte' van een tekst geeft weer...
A
Wat er in het hoofd omgaat van de schrijver
B
Het belangrijkste dat de schrijver wil zeggen over het onderwerp
C
Waar de tekst over gaat
D
De belangrijkste gedachte van de lezer
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Wat was het onderwerp van dit filmpje?
Slide 13 - Open question
Wat was de hoofdgedachte van het filmpje?
Slide 14 - Open question
Uit welke 3 onderdelen bestaat een goede tekst?
Slide 15 - Open question
Opbouw Tekst
1. Inleiding
2. Kern
3. Slot
Slide 16 - Slide
De inleiding is bedoeld om het onderwerp aan te kondigen en de aandacht te trekken
A
Waar
B
Onwaar
Slide 17 - Quiz
In de kern staan alleen hoofdzaken
A
Waar
B
Onwaar
Slide 18 - Quiz
Een samenvatting van het artikel staat in de inleiding
A
Waar
B
Onwaar
Slide 19 - Quiz
In het slot staat vaak een conclusie
A
Waar
B
Onwaar
Slide 20 - Quiz
Tekstverband
Signaalwoorden
Voorbeelden
Tijd
Daarna, later, sinds, tijdens, vervolgens, eerst, terwijl, etc.
Hij ving de bal,
terwijl
hij viel.
Opsomming
Bovendien, daarnaast, en, ook, ten eerste..., tevens, etc.
We gaan timmeren vandaag.
Ook
gaan we zagen.
Argumentatie
Daarom, omdat, want, namelijk, aangezien,etc.
Ik ben ziek,
want
ik heb koorts.
Voorbeeld / Toelichting
Bijvoorbeeld, zo, zoals, onder andere, etc.
Ik hou van Italiaans eten,
zoals
pizza en pasta.
Slide 21 - Slide
Noem het tekstverband.
Nog voordat Jaap was uitgesproken gooide Sofie hem een glas water in het gezicht.
A
Tijd
B
Opsomming
C
Argumentatie
D
Voorbeeld/toelichting
Slide 22 - Quiz
Noem het tekstverband.
Natalie gaat lopend naar school, want haar band is lek.
A
Tijd
B
Opsomming
C
Argumentatie
D
Voorbeeld/toelichting
Slide 23 - Quiz
Noem het tekstverband.
Op het rooster staat vandaag vaktheorie en rekenen. Verder hebben we Nederlands en LB.
A
Tijd
B
Opsomming
C
Argumentatie
D
Voorbeeld/toelichting
Slide 24 - Quiz
Noem het tekstverband.
Ik hou van FPS-games, zoals Call of Duty.
A
Tijd
B
Opsomming
C
Argumentatie
D
Voorbeeld/toelichting
Slide 25 - Quiz
Je hebt een gesprek gehad met je baas en zet de belangrijkste punten in een verslag. Wat schrijf je op?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
C
Allebei
Slide 26 - Quiz
Welk antwoord is juist?
Om te beoordelen of een tekst betrouwbaar is, let je op...
A
De deskundigheid en onafhankelijkheid van de schrijver / spreker.
B
Of de tekst goed in elkaar zit.
C
Of het een leuke tekst is.
D
Of de inhoud geloofwaardig klinkt.
Slide 27 - Quiz
More lessons like this
Herhaling Taalblokken 1-8 Tekstbegrip
September 2021
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Herhaling Taalblokken 1-Tekstsoorten
September 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Taalblokken opwarmer deel 1
March 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Herhaling Taalblokken 1-8 Tekstbegrip
September 2021
- Lesson with
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Herhaling Taalblokken 1-8 Tekstbegrip
September 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Herhaling Taalblokken 1-Tekstsoorten
October 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Herhaling Taalblokken Tekstdoelen
September 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Herhaling Taalblokken 1-8 Tekstbegrip
September 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2