Les 6: Amsterdamse trots

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

HET PALEIS OP DE DAM
Het Koninklijk Paleis Amsterdam is in de zeventiende eeuw
ontworpen en gebouwd als stadhuis voor de gehele
bestuurlijke en rechterlijke macht van Amsterdam.

Stadhuis werd te klein
Amsterdam was in de zeventiende eeuw het belangrijkste handelscentrum van de wereld. De stad kende een explosieve bevolkingsgroei . De bestuurlijke taken namen toe, het oude stadhuis bleek te klein.


Slide 2 - Slide

De beroemde Wisselbank in het stadhuis was ook niet meer berekend op zijn groeiende taak.
Besloten werd een nieuw stadhuis te bouwen, groter en mooier, een handelsmetropool als Amsterdam waardig.
Jacob van Campen
De beroemde bouwmeester Jacob van Campen kreeg de opdracht in 1648 van de burgemeesters van Amsterdam. Hij ontwierp een voor Hollandse begrippen buitengewoon monumentaal classicistisch (=een manier van kunst en bouwen die lijkt op de Griekse en Romeinse tijd) gebouw, dat herinnerde aan de architectuur van de Grieken en Romeinen.



Slide 3 - Slide

Beroemde kunstenaars
Ook binnen in het gebouw werd de macht en het aanzien van Amsterdam tot uitdrukking gebracht. Hiervoor werden beroemde kunstenaars aangetrokken, zoals de Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus. In de vloer van de imposante Burgerzaal werden de werelddelen nagemaakt in Italiaans marmer.



Slide 4 - Slide

De belangrijkste vertrekken werden van schitterende schilderijen voorzien. Hiervoor gingen opdrachten naar bekende schilders als Rembrandt van Rijn, Ferdinand Bol en Govaert Flinck.
Wereldwonder



Slide 5 - Slide

Wereldwonder
In 1655 werd het Stadhuis in gebruik genomen, hoewel het nog niet klaar was. Amsterdammers noemden het gebouw trots hun wereldwonder. Het was volgens dichter Vondel als de kroon op de schepping.


Slide 6 - Slide

Bekijk dit (beel)materiaal
Oude en nieuwe stadhuis en de Dam
17e en 18e eeuws

(4m05)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

HET WAPEN VAN AMSTERDAM
Een stadswapen is een symbool van de stad. In het wapen van
Amsterdam vormen de drie kruisen de kern van het Amsterdamse
stadswapen. Het zijn Andreaskruisen, genoemd naar de apostel Andreas,
die aan een kruis de marteldood zou zijn gestorven.
Het wapen waarin de kruisen staan bestaat uit drie verticale banen met de kleuren rood - zwart - rood. De kruisen staan in de zwarte baan. De oorsprong van het stadswapen is onbekend. De zwarte baan zou het water kunnen verbeelden waaraan de stad is gelegen. In andere Hollandse steden als Dordrecht en Delft is dat ook het zo.


Slide 9 - Slide

Twee andere plaatsen in de omgeving van Amsterdam, Ouder-Amstel en Nieuwer-Amstel hebben ook Andreaskruisen in hun wapen. Misschien zijn ze ontleend aan het wapen van de familie Persijn, een familie uit Waterland, die ooit veel land bezat in Amsterdam en omgeving.
In 1489 kreeg de toen nog kleine stad het recht om boven haar simpele wapen de keizerskroon van het Heilige Roomse Rijk te voeren.
 De landsheer, Maximiliaan van Oostenrijk, verleende Amsterdam dat recht als dank voor de steun die de stad hem had verleend. In die tijd was dit meer dan een symbolisch gebaar.
Het bewijs van keizerlijke bescherming was voor de
Amsterdamse kooplieden
in het buitenland
een gewichtige
aanbeveling. 


Slide 10 - Slide

In de zestiende eeuw zijn nog de twee leeuwen als schilddragers aan het wapen toegevoegd.
De tekst op het wapen is:
Heldhaftig, Vastberaden, Barmhartig.
Dat werd pas na de tweede wereldoorlog aan het wapen toegevoegd.

Slide 11 - Slide

Onderzoek: Presentatie voorbereiden

Nu jullie onderzoek afgerond is en alles is omschreven in jullie onderzoeksverslag, ga je die kennis delen met de Plusklas.

             Let erop dat jullie alle onderdelen goed uitwerken en dit goed tot uiting komt in jullie presentatie!

              De onderdelen zijn:
  1. onderzoeksvraag
  2. werkwijze
  3. resultaten
  4. conclusie

Slide 12 - Slide

Opdracht:
Bereid je voor op de presentatie van je onderzoek (presenteer op een interessante manier!).
LET OP:
  1. Per Werkgroep mogen jullie zelf kiezen uit deze verwerkingsvorm:
  2. Durf jij jezelf uit te dagen? Combineer dan 2 of meer vormen!



Slide 13 - Slide

Belangrijk is ook om stil te staan bij jouw persoonlijke ontwikkeling en jouw
aandeel in je Werkgroep. Kijk eens terug op het leerproces dat je hebt doorgemaakt en dat je daarin (kleine?) vorderingen hebt gemaakt.
             TIP:
             Maak gebruik van Fixie en Growie!
Vertel aan de Plusleerkracht welke vorm jullie gaan doen. Dan krijg je de 19e letter.




Slide 14 - Slide

ZELFREFLECTIE
mijn EVALUATIE van dit blok:
  • Na het vorige blok wilde ik (verder) aan de slag gaan met …
  • Dit is mij WEL gelukt, omdat …
  • Dit is mij (nog) niet gelukt, omdat …
  • Dit zou ik volgende keer anders doen…
  • Pluspunten van mijn werkgroep …
  • Volgend blok ga ik mezelf (verder) verbeteren …



Heb je de Zelfreflectie ingevuld?

Dan krijg je van de Plusklas leerkracht de 32e letter.

Slide 15 - Slide

Bekijk dit (beel)materiaal
De Dam door de eeuwen heen

(15m05)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Opdracht:
  • Maak vóór het eind van deze les afspraken binnen je Werkgroep over wie wat gaat doen in de eindpresentatie en oefen deze voor jezelf!
  • Oefen eventuele moeilijke woorden, zodat je ze tijdens de presentatie makkelijk kunt uitspreken.
  • Oefen ook met de tijd. Zorg dat je rustig genoeg spreekt, maar wel op
      een ‘fijn verteltempo’ je verhaal houdt.
  • Oefen je uitspraak, let op je intonatie en stemvolume.
  • Oefen met een spiekbriefje, waarop je steekwoorden zet. Zo hoef je niet alles uit je hoofd te weten. Let op dat je alléén steekwoorden gebruikt, geen hele zinnen (want je mag niet voorlezen).
  • Oefen met dit motto:
        Vertel uit je hart, niet uit je hoofd     

Slide 18 - Slide

Opdracht:
        TIP:
Maak vóór het eind van deze les afspraken binnen je Werkgroep over wie wat gaat doen op zijn/haar eigen school in de komende lesweek!
Dat is efficiënt (=handig, tijdbesparend) voordat jullie in de volgende les verder gaan met de volgende stap in dit onderzoeksproces.

Noteer wat JIJ moet doen en check met je Werkgroep dat iedereen weet wat er van hem/haar verwacht wordt voor de volgende les.

Slide 19 - Slide

TAKEN & AFSPRAKEN voor les 7: (datum) ___________
Vóór de eindpresentatie ga ik:
o ______________________________________________________________________________________________

Naar de volgende les moet ik meenemen:
o ______________________________________________________________________________________________





Slide 20 - Slide