ZWDAB321 kno

1) Hoe stop je een bloedneus?
A
eerst snuiten, dan propje watten erin
B
meteen neus dichtknijpen op het neusbot
C
nooit snuiten, meteen dichtknijpen onder neusbot
D
eerst snuiten, dan dichtknijpen onder neusbot
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1) Hoe stop je een bloedneus?
A
eerst snuiten, dan propje watten erin
B
meteen neus dichtknijpen op het neusbot
C
nooit snuiten, meteen dichtknijpen onder neusbot
D
eerst snuiten, dan dichtknijpen onder neusbot

Slide 1 - Quiz

2) Oorzaak van keelpijn?
A
verkoudheid
B
ziekte van Pfeiffer
C
influenza
D
pancreatitis

Slide 2 - Quiz

3) Bij een otitis externa zit de ontsteking in:
A
het middenoor
B
de gehoorgang
C
het binnenoor (slakkenhuis)
D
extern, dus op de oorschelp

Slide 3 - Quiz

4) Waarom hebben vooral jonge kinderen een OMA?
A
omdat oma dan nog niet overleden is
B
omdat zij veel in hun oor peuteren
C
omdat hun tuba auditiva nog smal is
D
omdat hun buis van Sint Eustatius nog smal is

Slide 4 - Quiz

5) Contactadvies bij een OMA bij een meisje van 4?
A
Na 3 dagen oorpijn zonder verbetering
B
Bij trommelvliesperforatie
C
Sowieso na 1 dag
D
Als kind niet eet

Slide 5 - Quiz

6) Wat is het effect van trommelvliesbuisjes ("TV-buisjes")?

Slide 6 - Open question

7) Een glue ear ; wat is niet waar?
A
is een lijmoor
B
is een slijmoor
C
mag je mee zwemmen
D
wordt met antibiotica behandeld

Slide 7 - Quiz

8) Noem 4 alarmsymptomen bij een kind met koorts!

Slide 8 - Open question

9) Puntbloedinkjes in de huid zie je bij:
A
kinkhoest
B
meningitis
C
hepatitis
D
pseudokroep

Slide 9 - Quiz

10) wat is waar?
A
van waterpokken is een kind meestal heel ziek
B
kinderen < 3mnd oud zijn geen risicogroep
C
koorts komt meestal door een virale infectie
D
bij koorts: altijd paracetamol geven

Slide 10 - Quiz