This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Korting berekenen als een pro
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je vijf sommen oplossen waarbij je korting moet berekenen.
Slide 2 - Slide
Introduceer het doel van de les en leg uit wat de leerlingen aan het eind van de les moeten kunnen.
Wat weet jij al over het berekenen van korting?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is korting?
Korting is een vermindering van de oorspronkelijke prijs van een product of dienst.
Slide 4 - Slide
Geef een korte definitie van korting en leg uit waarom bedrijven korting geven.
Hoe bereken je korting?
De korting wordt berekend door de korting in mindering te brengen op de oorspronkelijke prijs.
Slide 5 - Slide
Leg uit hoe je korting berekent en geef een voorbeeld.
Voorbeeld 1
Een boek kost €20, maar is nu in de aanbieding met 25% korting. Hoeveel kost het boek nu?
Slide 6 - Slide
Laat de leerlingen zelf de korting berekenen en de nieuwe prijs uitrekenen.
Voorbeeld 2
Een fiets kost €500, maar is nu in de uitverkoop met 15% korting. Hoeveel kost de fiets nu?
Slide 7 - Slide
Laat de leerlingen zelf de korting berekenen en de nieuwe prijs uitrekenen.
Voorbeeld 3
Een trui kost €40, maar is nu afgeprijsd met €10. Hoeveel is de korting in procenten?
Slide 8 - Slide
Laat de leerlingen zelf de korting berekenen in procenten.
Voorbeeld 4
Een televisie kost €800, maar is nu in de aanbieding met 10% korting. Hoeveel kost de televisie nu?
Slide 9 - Slide
Laat de leerlingen zelf de korting berekenen en de nieuwe prijs uitrekenen.
Voorbeeld 5
Een t-shirt kost €15, maar is nu afgeprijsd met 20%. Hoeveel kost het t-shirt nu?
Slide 10 - Slide
Laat de leerlingen zelf de korting berekenen en de nieuwe prijs uitrekenen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.