Rekenen met korting

Rekenen met korting
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Rekenen met korting

Slide 1 - Slide

Rekenen met korting
Planning:
Uitleg korting berekenen
uitleg nieuwe prijs berekenen 
Quiz maken

Slide 2 - Slide

Rekenen met korting
Leerdoelen
Je berekent de korting
je berekent de nieuwe prijs

Slide 3 - Slide

Rekenen met korting
Welke woorden worden nog meer gebruikt bij korting in een winkel? 

Slide 4 - Slide

Rekenen met korting
Korting wordt vaak gegeven in procenten. Wil je weten hoeveel euro dat is, bereken dat dan via 1% of via een handig getal.

Slide 5 - Slide

Rekenen met korting
Welke woorden worden nog meer gebruikt bij korting in een winkel? 
sale, aanbieding, afgeprijsd, uitverkoop

Slide 6 - Slide

Rekenen met korting
VB:
Archie laat 8 pakken laminaat bezorgen. Dat kost 300 euro.
Archie heeft een kortingscode van 5%.
Hoeveel euro korting krijgt hij?

Slide 7 - Slide

Rekenen met korting
Wil je de nieuwe prijs berekenen, dan reken je eerst het kortingsbedrag uit.

nieuwe prijs = oude prijs − bedrag korting

Slide 8 - Slide

Rekenen met korting
VB:
Archie laat 8 pakken laminaat bezorgen. Dat kost 300 euro.
Archie heeft een kortingscode van 5%.
Hoeveel euro moet hij betallen?

Slide 9 - Slide

Rekenen met korting
Wat is de nieuwe prijs?

Slide 10 - Slide

Rekenen met korting
Oefenen

Slide 11 - Slide


Korting, betekent dat je de korting van de prijs af haalt?
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Een horloge kost€150.Je krijgt 70% korting.Hoeveel korting krijg je?
A
105
B
80
C
130
D
145

Slide 13 - Quiz

20% korting van € 500,00
hoeveel is de korting?


timer
1:00
A
€ 20,00
B
€ 110,00
C
€ 120,00
D
€ 100,00

Slide 14 - Quiz

In de winkel krijg je 10% korting.
Zonder korting kost een broek € 65
Hoeveel korting krijg je?
A
€ 6,50
B
€ 58,50
C
€ 60,00
D
€ 6,00

Slide 15 - Quiz

Je krijgt 5% korting.
Hoeveel korting krijg je?
A
€ 5,-
B
€ 2,50
C
€ 1,90
D
€ 0,95

Slide 16 - Quiz

Ik moet € 398,- betalen.
Ik krijg 10% korting.
De korting is:
A
€ 398,-
B
€ 3,98
C
€ 0,39
D
€ 39,80

Slide 17 - Quiz

Rekenen met korting
Je kunt ook het percentage van de korting uitrekenen

Slide 18 - Slide

Een televisie kost zonder korting €360,-. Je krijgt €108,- korting.
Hoeveel procent korting krijg je?
A
70%
B
75%
C
25%
D
30%

Slide 19 - Quiz

Bedankt voor je aandacht

Slide 20 - Slide

Rekenen met korting

Slide 21 - Slide