Donderdag 12 januari 2023

Donderdag  12 januari 2023
08.30 - 10.10 uur

Lessen volgen op het Beroepsonderwijs/Botenbouw

13.30-14.20 uur
Disk zelfstandig werken

10.30-10.45 
Inloop/ pauze in de klas
10.45-11.30  uur 
Lezen in je leesboek
11.30 - 12.10 uur
Blink uit *.
12.10- 12.40 
PAUZE
12.40 - 13.30 uur
Woordenschat thema Vrije tijd

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Donderdag  12 januari 2023
08.30 - 10.10 uur

Lessen volgen op het Beroepsonderwijs/Botenbouw

13.30-14.20 uur
Disk zelfstandig werken

10.30-10.45 
Inloop/ pauze in de klas
10.45-11.30  uur 
Lezen in je leesboek
11.30 - 12.10 uur
Blink uit *.
12.10- 12.40 
PAUZE
12.40 - 13.30 uur
Woordenschat thema Vrije tijd

Slide 1 - Slide

Les volgen op het Beroepsonderwijs.

Slide 2 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Lezen in je eigen boek

Slide 4 - Slide

Blink uit

Slide 5 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema: vrije tijd

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 7 - Slide

genieten
  • plezier hebben
  • ergens heel erg blij van worden
  • Zin: Ik geniet er heel erg van als het warm weer buiten is.
  • Zin: Ik geniet ervan als ik vakantie heb, want dan hoeft ik niks en mag ik lekker rustig aan doen.

Slide 8 - Slide

organiseren
  • voorbereiden om iets te regelen
  •  zorgen dat iets gebeurt
  • Zin: Ik ben bezig om een groot feest te organiseren voor mijn ouders, die 25 jaar getrouwd zijn volgende week.
  • Zin: Mijn broer gaat volgend jaar trouwen, dus ik ben nu samen met hem zijn bruiloft aan het organiseren

Slide 9 - Slide

het plezier
  • het prettige gevoel dat je hebt als je blij bent 
  • als je iets leuk vindt
  • Zin: Ik heb plezier gehad op dat feest in de stad vorige week.
  • Zin: Als mijn neefjes buiten spelen, dan doen ze dat met veel plezier, dat hoor je aan hun gelach.

Slide 10 - Slide

versieren
  • mooi maken
  • decoreren 
  • Zin: Als ik jarig ben, dan versier is de kamer met slingers en ballonnen.
  • Zin: Ik ga morgen mijn verjaardagstaart versieren met glazuur en snoepjes.

Slide 11 - Slide

de zomervakantie
  • periode in de zomer waarin kinderen vrij zijn en niet naar school hoeven
  •  de zomer begint op 21 juni en eindigt op 23 september
  • Zin: Deze zomervakantie hoop ik dat ik wel op vakantie kan, want ben al drie jaar niet weggeweest.
  • Zin: Deze zomervakantie krijgt mijn broer de sleutel van zijn nieuwe huis, die hij gekocht heeft.

Slide 12 - Slide

Als je iets merkt dan.......
(geef het beste antwoord)
A
zie je iets.
B
zie, hoor en voel je iets.
C
hoor je iets.
D
voel je iets.

Slide 13 - Quiz

Het woord
bekend
betekent dat je
A
iets wel weet
B
iets niet weet

Slide 14 - Quiz

Een pond is een maat voor
...................
A
inhoud
B
gewicht
C
afstand

Slide 15 - Quiz

Een pond weegt..................
A
1000 gram
B
500 gram
C
10 gram
D
100 gram

Slide 16 - Quiz

Wat betekent
zogenaamd.
A
Een naam voor iets, maar iets anders wordt bedoeld.
B
Een vervelend iets.
C
iets wat raar is.
D
iets wat veel voorkomt.

Slide 17 - Quiz

Tot en met (t/m) betekent:
A
de laatste niet doen
B
ook de laatste doen.(inclusief)

Slide 18 - Quiz

De toets heeft 16 opdrachten. Je moet de toets maken t/m opdracht 12.
Maak je opdracht 12 of 16?

Slide 19 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 20 - Slide

Vanmorgen zat ik op de fiets en toen kon ik ............... dat ik wind tegen had, want het was heel erg koud.

Slide 21 - Open question

Wij weten niet hoeveel leerlingen er vandaag zijn, dat is ....................

Slide 22 - Open question

Ik wil graag 6 .................. appels, dat is samen 3 kilo.

Slide 23 - Open question

Ik zeg .................... dat ik naar school ga, maar dat doe ik niet.

Slide 24 - Open question

Wij hebben voorjaarsvakantie van 21 februari ... .. ... 27 februari.

Slide 25 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je één zin met 1 van de woorden. Vertel deze zin aan de klas.
Kies uit de woorden: 
merken
het pond
tot en met
zogenaamd
onbekend

Slide 26 - Slide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Vrije tijd.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 27 - Slide