B3 en B4

Thema 5
Neem je boeken voor
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 5
Neem je boeken voor

Slide 1 - Slide

Vorige keer

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Zenuwen
  • Om een zenuw ligt bindweefsel ter bescherming
  • Gevoelszenuw:  uitlopers van gevoelszenuwcellen
  • Bewegingszenuw: uitlopers van beweginszenuwcellen
  • Gemengde zenuw: uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen (komt het meeste voor) 

Slide 4 - Slide

5 minuten stil lezen B3
Lees de theorie op blz. 122 t/m 123
Als je klaar bent vul je alvast de samenvatting in op blz. 124

Slide 5 - Slide

Thema 5 Regeling
B1 Het zenuwstelsel
B2 Zenuwcellen en zenuwen
B3 Het ruggenmerg
B4 De hersenen
B5 De weg die impulsen afleggen
B6 Het hormoonstelsel

Slide 6 - Slide

Leerdoel
- Je kunt de delen van het ruggenmerg noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 7 - Slide

Ruggenmerg
Verbind zenuwen met de hersenen

Ligt in het wervelkanaal: Begint bij hersenstam, eindigt bij de lendenwervels

Slide 8 - Slide

Ruggenmerg

Tussen twee wervels aan elke kant een zenuw

Slide 9 - Slide

Grijze en witte stof
- Grijze stof: midden
- Schakelcellen en cellichaam bewegingscellen

- Witte stof: Zijkant
- Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)

Slide 10 - Slide

Zenuwcellen in ruggenmerg

Slide 11 - Slide

Examenvraag 
Het ruggenmerg van Nienke is beschadigd door een ongeluk. Ze heeft wel gevoel in haar benen, maar kan haar benen niet meer bewegen.
→ Aan welke kant van het ruggenmerg zal naar verwachting de beschadiging zitten?

Slide 12 - Slide

Examenvraag 
Het ruggenmerg van Nienke is beschadigd door een ongeluk. Ze heeft wel gevoel in haar benen, maar kan haar benen niet meer bewegen.
→ Aan welke kant van het ruggenmerg zal naar verwachting de beschadiging zitten?

buikzijde

Slide 13 - Slide

Oefenen
Maak opdrachten 1 t/m 8 van 10.3
Opdracht 3 maak je in je boek 
De lesstof lees je in je boek op blz. 121 t/m 123

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau
Klaar? Start met de test jezelf van 10.3

Slide 14 - Slide

Waar ligt de grijze stof in het ruggenmerg?
A
In het midden
B
Aan de zijkant

Slide 15 - Quiz

Grijze stof bestaat uit:
A
Uitlopers
B
Schakelcellen en cellichamen bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Cellichamen bewegingscellen

Slide 16 - Quiz

Waar ligt de witte stof in het ruggenmerg?
A
In het midden
B
Aan de zijkant

Slide 17 - Quiz

Witte stof bestaat uit:
A
Uitlopers
B
Schakelcellen en cellichamen bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Cellichamen bewegingscellen

Slide 18 - Quiz

Een gevoelszenuw komt het ruggenmerg binnen via de:
A
Rugzijde
B
Buikzijde

Slide 19 - Quiz

Een bewegingszenuw verlaat het ruggenmerg via de:
A
Rugzijde
B
Buikzijde

Slide 20 - Quiz

Thema 5 Regeling
Neem je boek blz 128 voor

Slide 21 - Slide

Vorige keer

Slide 22 - Slide

Grijze en witte stof
- Grijze stof: midden
- Schakelcellen en cellichaam bewegingscellen

- Witte stof: Zijkant
- Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)

Slide 23 - Slide

Zenuwcellen in ruggenmerg

Slide 24 - Slide

10 minuten stil lezen B4
Lees de theorie op blz. 128-131
Als je klaar bent vul je alvast de samenvatting in op blz. 133

Slide 25 - Slide

Thema 5 Regeling
B1 Het zenuwstelsel
B2 Zenuwcellen en zenuwen
B3 Het ruggenmerg
B4 De hersenen
B5 De weg die impulsen afleggen
B6 Het hormoonstelsel

Slide 26 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.

- Je kunt de invloed van verdovende, stimulerende en bewustzijnsveranderende middelen op het zenuwstelsel beschrijven.

- Je kunt de risico's van het gebruik van verslavende middelen noemen.


Slide 27 - Slide

De Hersenen
De hersenen bestaan uit: de hersenstam,
de grote hersenen en de kleine hersenen

De hersenstam ligt in het verlengde van het
ruggenmerg.

Slide 28 - Slide

Grote hersenen
Waarnemingen worden verwerkt 

Gevoelscentra

Bewegingscentra

Slide 29 - Slide

Kleine hersenen

Regelen:
Coördinatie van bewegingen
Evenwicht

Slide 30 - Slide

Hersenstam

Hartslag, ademhaling, bloeddruk en temperatuur
en
geleidt impulsen naar en vanaf de hersenen

Slide 31 - Slide

Grijze en witte stof

Grijs (= de schors): Schakelcellen

Wit (= het merg):
 Uitlopers van schakelcellen

Slide 32 - Slide

Het zenuwstelsel beïnvloeden
Stoffen die de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden:
Medicijnen, tabak, drugs en alcohol.

Deze stoffen kunnen het doorgeven van impulsen remmen of stimuleren. 

Slide 33 - Slide

Drugs
  • Verdovende drugs (downers)
    Werken kalmerend en ontspannend. Maken je rustig, blij, verminderen angst. 
  • Spieren ontspannen en impulsen vanuit je zintuigen worden minder goed verwerkt. Reactievermogen neemt af.
  • Voorbeelden: alcohol, heroïne

                                          

Slide 34 - Slide

Drugs
  • Stimulerende drugs (uppers)
    Zorgen voor meer energie en alertheid. Geven zelfvertrouwen.
  • Hart gaat sneller kloppen, je haalt sneller adem en spieren spannen aan.
  • Voorbeelden: energiedrankjes, tabak en xtc.

                                          

Slide 35 - Slide

Drugs
  • Bewustzijnsveranderende drugs (trippers)
    Wereld ziet er anders uit. Waarneming en stemming verandert. 
  • Hartslag versnelt en bloeddruk stijgt.
  • Voorbeelden: cannabis, paddo's.

Sommige middelen hebben meerdere effecten (verdovend, stimulerend, bewustzijnsveranderend)

                                          

Slide 36 - Slide

Oefenen
Maak opdrachten 1 t/m 10 van 10.4
Opdracht 4 maak je in je boek 
De lesstof lees je in je boek op blz. 128 t/m 131

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau
Klaar? Start met de test jezelf van 10.4

Slide 37 - Slide

Examenvraag 
Reukzintuigcellen vangen geuren op en zetten deze om in impulsen die naar de hersenen worden geleid.
→ Waar in de hersenen worden deze impulsen verwerkt tot een bewuste waarneming van geur?
A in de grote hersenen
B in de hersenstam
C in de kleine hersenen




Slide 38 - Slide

Examenvraag 
Reukzintuigcellen vangen geuren op en zetten deze om in impulsen die naar de hersenen worden geleid.
→ Waar in de hersenen worden deze impulsen verwerkt tot een bewuste waarneming van geur?
A in de grote hersenen
B in de hersenstam
C in de kleine hersenen




Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Wat is de functie van de hersenstam?
A
Impulsen verwerken
B
Aansturen levensfuncties
C
Coördinatie bewegingen

Slide 41 - Quiz

De grijze stof in de hersenen bestaat uit:
A
Uitlopers van schakelcellen
B
Cellichamen van bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Cellichamen van gevoelszenuwcellen

Slide 42 - Quiz

De grijze stof van de hersenen ligt:
A
Aan de buitenkant (schors)
B
In het midden (merg)

Slide 43 - Quiz

Gevoelscentra in de grote hersenen:
A
Sturen spieren of klieren aan
B
Verwerken impulsen van zintuigen

Slide 44 - Quiz

Bewegingscentra in de grote hersenen:
A
Zorgen voor bewuste bewegingen
B
Zorgen voor onbewuste bewegingen

Slide 45 - Quiz

Wat is de functie van de kleine hersenen?
A
Verwerken impulsen
B
Aansturen levensfuncties
C
Coördinatie bewegingen

Slide 46 - Quiz

Laatste vraag: welke stoffen hebben een remmende werking op impulsen?
A
Alcohol
B
Morfine
C
XTC
D
Wiet

Slide 47 - Quiz