oefenen met signaalwoorden

Signaalwoorden en verbanden
De toets maandag 15 feb gaat over lezen hoofdstuk 3. In de tabel op blz 84 van dat hoofdstuk staan alle signaalwoorden en verbanden die je daarvoor moet kennen. Hier volgt een powerpoint die je nog even kunt bekijken, maar je mag ook meteen naar de opdrachten gaan aan het eind. Daarbij heb je de geprinte teksten nodig.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Signaalwoorden en verbanden
De toets maandag 15 feb gaat over lezen hoofdstuk 3. In de tabel op blz 84 van dat hoofdstuk staan alle signaalwoorden en verbanden die je daarvoor moet kennen. Hier volgt een powerpoint die je nog even kunt bekijken, maar je mag ook meteen naar de opdrachten gaan aan het eind. Daarbij heb je de geprinte teksten nodig.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

In de eerste alinea van tekst 1 staat een duidelijk verband. Welk?

A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
voorwaarde

Slide 24 - Quiz

Wat staat dan tegenover elkaar in deze alinea?

Slide 25 - Open question

Met welk verband start de tweede alinea?
A
opsomming
B
voorwaarde
C
tegenstelling
D
mening

Slide 26 - Quiz

Noteer het signaalwoord en het daarbijbehorende verband in de laatste zin van alinea 2.

Slide 27 - Open question

Wat is het verband tussen alinea 2 en 3?

Slide 28 - Open question

In alinea 5 is sprake van een voorwaardelijk verband. Welke voorwaarde?

Slide 29 - Open question

Noteer tot slot de tegenstelling in de laatste zin.

Slide 30 - Open question

Tekst 2 In deze tekst is twee keer sprake van een voorwaardelijk verband. Noem ze.

Slide 31 - Open question

Wat is de reden dat de drang om maximaal van natuurijs te profiteren zo groot is? (alinea 3)

Slide 32 - Open question

Door welk signaalwoord kon je de reden van de vorige vraag goed herkennen?

Slide 33 - Open question

Welk verband zie je in de eerste zin van alinea 5?

Slide 34 - Open question

Aan welk signaalwoord zag je het vorige verband goed?

Slide 35 - Open question

Noteer tot slot nog de tegenstelling in de laatste alinea.

Slide 36 - Open question

Thuis nog voorbereiden?
Als je voor de toets nog een uitlegfilmpje zou willen kijken, kun je bij eerdere lessonups van deze klas kijken of je kunt op de link klikken https://www.lessonup.com/app/lesson/Ac2aviuiwRRqLnBkh/ipSpddz3CtSLh8F6d

Slide 37 - Slide