Maak de volgende opdrachten.
Je gaat zelfstandig aan de slag met opdrachten over signaalwoorden (de volgende link in de LessonUp).
w(at) = Je maakt de opdracht in de link, ex 1 + 2.
H(oe) = Je gaat in de zin kiezen tussen het correcte signaalwoord.
H(ulp) = Steek je digitale handje op als je hulp nodig hebt.
T(ijd) = Jullie hebben 15 min.
U(itkomst) = Uiteindelijk de context van signaalwoorden herkennen.
K(laar) = Als je klaar bent lever je een screenshot van de opdr. in op itslearning.