signaalwoorden compleet- les 2

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Signaalwoorden 

Doel: Je leert wat signaalwoorden zijn en je leert ze te herkennen en gebruiken. 

1. Uitleg over 4 categorieën signaalwoorden 

2. We oefenen met iedere categorie

3. We oefenen met vier categorieën door elkaar

4. Huiswerk voor de volgende les

Signaalwoorden

Wat zijn signaalwoorden? 

• Deze woorden geven een tekstverband aan.
• Dat is een relatie tussen twee delen in een tekst. 
• Dit kunnen alinea's, zinnen of delen van zinnen zijn. 

Opsomming

• Deze woorden gebruik je voor het opnoemen van verschillende gelijkwaardige dingen. 

and	en
first, second, third	eerste, tweede, derde
in addition	daarbij, bovendien
moreover	bovendien
also	ook

Opsomming - voorbeeld

The students and the teachers are part of the school environment. 

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?

1. first
2. but
3. however
4. because

oorzaak & gevolg

• oorzaak: dat is de reden dat iets gebeurde (waarom).
• gevolg: wat er gebeurt (hierdoor).

as a result	als gevolg van, daardoor
because	omdat
for	want
for that reason	om die reden

Oorzaak en gevolg - voorbeeld

The students went home because there was no teacher. 

Welk signaalwoord geeft een oorzaak of gevolg aan?

1. moreover
2. but
3. for
4. also

conclusie

• Deze woorden vatten een artikel of tekst kort samen of maken een bewering op basis van gevens in de tekst. 

as a result	daarom
after all	tenslotte
consequently	als gevolg daarvan, met als gevolg
so	dus, daarom
therefore	daarom, dus
to sum up	samenvattend

Conclusie- voorbeeld

Therefore we can say that schools do not employ enough teachers. 

Welk signaalwoord geeft een conclusie aan?

1. however
2. to sum up
3. because
4. and

tegenstelling

• Deze woorden geven het tegenovergestelde aan. 

but	maar
although, even though	alhoewel, ondanks, hoewel, ook al
though	echter
even so	toch, desondanks
however	echter
in contrast	in tegenstelling tot
instead	in plaats van
nevertheless	toch, niettemin, desalniettemin
whereas	waarbij, terwijl
while	terwijl

Tegenstelling - voorbeeld

James did his homework, in contrast with Ellie, who did not. 

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

1. so
2. consequently
3. because
4. instead

Vergelijking

• Deze woorden gebruik je voor het beschrijven van twee gegevens die hetzelfde of gelijk zijn. 

just as	evenals, net als
likewise	evenals, net als
similarly	evenzeer, vergelijkbaar

vergelijking - voorbeeld

Just as the rest of the class I have done my homework. 

Welk signaalwoord geeft een vergelijking aan?

1. likewise
2. but
3. however
4. because

voorwaarde

• Hiermee geef je aan dat een gegeven ergens aan moet voldoen voordat er iets gebeurt (of mag). 

provided that	indien, mits
if	als, indien
unless	tenzij

voorwaarde - voorbeeld

You may go out if you finish your homework. 

Welk signaalwoord geeft een voorwaarde aan?

1. moreover
2. unless
3. likewise
4. also

voorbeeld

• Met deze woorden geef je een voorbeeld.

for example	bijvoorbeeld
such as	zoals

voorbeeld - voorbeeld

There are different kinds of friendly dogs, such as the golden retriever. 

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld aan?

1. however
2. unless
3. for example
4. and

tijd en volgorde

• Deze woorden geven aan wanneer iets gebeurt of gebeurde. 

before	voordat
meanwhile	terwijl
since	vanaf, sinds
when	wanneer
now	nu, tegenwoordig

tijd en volgorde - voorbeeld

Before computers, students had to write everything by hand.  

Welk signaalwoord geeft een tijd/volgorde aan?

1. but
2. and
3. because
4. since

Bij de volgende zinnen moet je zelf de keuze maken welk signaal past in de zin. 

Good luck!

My wife plays tennis ___ football.

1. so
2. but
3. and

I can't sleep ___ I'm going to drink a glass of hot milk.

1. so
2. but
3. and

She can draw well, ___ she can't cook.

1. so
2. but
3. and

He was very tired ___ he had stayed up late to watch the football match.

1. because
2. while
3. but

Australia has some beautiful parts of countryside. ___ , they also have a lot of dangerous animals.

1. though
2. however
3. despite

___ television can be educational, I think it's better to read a book.

1. on the other hand
2. however
3. even though

We will arrive at 8.00 ___ our train is late.

1. so
2. unless
3. and

The latest Lady Gaga song is very ____ to the last one.

1. so
2. however
3. similar

You can play Fortnite ___ you finish your chores.

1. if
2. because
3. and

Nordic countries ___ Sweden still have a lot of Viking burial sites scattered across the countryside.

1. because
2. such as
3. but

He has lived in The Hague ___ 2010.

1. since
2. however
3. despite

___ the singer went on stage, he phoned his mum.

1. on the other hand
2. before
3. even though