This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom basis 4!
Hoofdstuk 5.1 (Deel 1) Import/Export
Slide 1 - Slide
Wat doen vandaag?
1. Beginnen met H5.1 2. Oefenen met het verschil tussen import en export.
3. Werken aan de opdrachten.
4. 6e lesuur toets bespreken met meneer Hendriks.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen van vandaag:
Aan het einde van de les weet je...
- Wat importeren en exporteren inhoudt
- Waarom we importeren en exporteren
Slide 3 - Slide
Export
Export (uitvoer) = het verkopen van producten of diensten aan het buitenland.
Slide 4 - Slide
Waarom?
Bedrijven kunnen meer producten verkopen --> Meer productie --> Meer werknemers nodig --> Meer werkgelegenheid
Grootste deel van de Nederlandse export gaat naar:
Duitsland, België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Wat wordt er bedoeld met 'doorvoer land'?
Slide 7 - Open question
Import
Import (invoer) = het kopen van producten of diensten in het buitenland
Slide 8 - Slide
Waarom?
- Ons klimaat is niet geschikt om bepaalde landbouwproducten te veren. (Bijvoorbeeld bananen) - Bepaalde grondstoffen komen niet of beperkt voor in Nederland.
- Producten uit buitenland goedkoper of betere kwaliteit.
- Ruimere keuze uit producten
Slide 9 - Slide
Import
Export
Slide 10 - Slide
Welke stelling over import is juist?
A
Import zorgt voor extra werkgelegenheid.
B
Import leidt tot meer concurrentie.
Slide 11 - Quiz
Import of export? Nederland verkoopt gas uit Groningen aan Duitsland
A
Import
B
Export
Slide 12 - Quiz
Import of export? 'Action' koopt producten uit China.
A
import
B
export
Slide 13 - Quiz
Aan de slag!
H5.1 op blz 138/139 maken t/m opgaven 6
Klaar?
Lees alvast de blauwe & groene stukken van blz. 140/141