This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom basis 4!
Hoofdstuk 5.1 (Deel 1) Import/Export
Slide 1 - Slide
Wat doen vandaag?
1. Beginnen met H5.1 2. Oefenen met het verschil tussen import en export.
3. Werken aan de opdrachten.
4. toets bespreken
Slide 2 - Slide
Leerdoelen van vandaag:
Aan het einde van de les weet je...
- Wat importeren en exporteren inhoudt
- Waarom we importeren en exporteren
Slide 3 - Slide
H5 Nederland handelsland
- Intro samen maken en bespreken
- Weet je nog bespreken
Slide 4 - Slide
Export
Export (uitvoer) = het verkopen van producten of diensten aan het buitenland.
Slide 5 - Slide
Waarom?
Bedrijven kunnen meer producten verkopen --> Meer productie --> Meer werknemers nodig --> Meer werkgelegenheid
Grootste deel van de Nederlandse export gaat naar:
Duitsland, België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Wat wordt er bedoeld met 'doorvoer land'?
Slide 8 - Open question
Import
Import (invoer) = het kopen van producten of diensten in het buitenland
Slide 9 - Slide
Waarom?
- Ons klimaat is niet geschikt om bepaalde landbouwproducten te veren. (Bijvoorbeeld bananen) - Bepaalde grondstoffen komen niet of beperkt voor in Nederland.
- Producten uit buitenland goedkoper of betere kwaliteit.
- Ruimere keuze uit producten
Slide 10 - Slide
Import
Export
Slide 11 - Slide
Welke stelling over import is juist?
A
Import zorgt voor extra werkgelegenheid.
B
Import leidt tot meer concurrentie.
Slide 12 - Quiz
Import of export? Nederland verkoopt gas uit Groningen aan Duitsland
A
Import
B
Export
Slide 13 - Quiz
Import of export? 'Action' koopt producten uit China.
A
import
B
export
Slide 14 - Quiz
Aan de slag!
H5.1 op blz 138/141 maken t/m samenvatting
Klaar?
Lees alvast de blauwe & groene stukken van blz. 140/141