4h Nederlands creatief schrijven - opdracht 4: dialoog

creatief schrijven
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

creatief schrijven

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

wat ga je in de vakantie doen?

Slide 3 - Mind map

GPW-stof
GPW/SE II literatuur (GPW-week, 23 maart-1 april)
Leesboek SE II + reader creatief schrijven + NN Literatuur
NN literatuur: cursus 1 (blz. 10 t/m 31) en cursus 5 (blz. 264-265)

Slide 4 - Slide

creatief schrijven
na de vakantie bespreken we opdracht 3: foto's
deze les beginnen we met opdracht 4: dialogen

Slide 5 - Slide

lesdoel
Je kunt dialogen
schrijven en je kunt
deze dialogen in een
verhaal verwerken. 

Slide 6 - Slide

dialogen: een voorbeeld

Richard Dawkins krijgt bezoek van God

Dawkins is een wetenschapper gespecialiseerd in de evolutietheorie. Hij is overtuigd atheïst. In zijn boek The God Delusion betoogt hij dat er geen God bestaat.

Slide 7 - Slide

Richard Dawkins krijgt bezoek van God

Slide 8 - Slide

dialogen
Schrijvers gebruiken thema’s in hun verhalen en poëzie: onderwerpen die jou als lezer aan het denken moeten zetten. Soms draagt de schrijver geen duidelijke boodschap over, maar eerder een gevoel. In het onderstaande gedicht wordt zo’n
thema met een gevoel overgebracht. Kijk naar het volgende gedicht van Tim Hofman:

Slide 9 - Slide

Mijn ex-vriendin had anorexia 
en ik had daar last van (fictie)

Terwijl jij calorieën telt
en weer prevelt van te veel,
raakt je geest verder bekneld
in wat je lichaam niet meer wil.

Werpt een holle blik naar mij,
voelt voor beiden veel te vol
van honger of verdriet, gezicht
uit zicht, zo eist de tol.



Ik heb mijn heil in jou geteld,
het was niet meer genoeg
en heb je het gebrek verteld,
waarop je mij toen vroeg:

`Ga je bij me weg?’ Ik zei:
`Ik kan niet meer, ben leeg.
’t Is niet zozeer jouw gewicht,
Maar wat je ziekte weegt.’

Slide 10 - Slide

Over welk thema wil Hofman jou aan het denken zetten?

Slide 11 - Open question

Welk ‘gevoel’ krijg je bij het gedicht?

Slide 12 - Open question

opdracht 4: dialogen
Het gedicht eindigt in een dialoog: twee mensen voeren samen een gesprek. In dit geval zijn dat de ik-verteller (spreker A) en zijn vriendin (spreker B). In deze opdracht ga je de dialoog tussen spreker A en spreker B afschrijven. 

a) Kies één van deze twee opties van schrijven:

Slide 13 - Slide

Optie 1:
Je laat de sprekers steeds om de beurt praten. Een nieuwe spreker begint bij een
nieuwe regel. Ook gebruik je aanhalingstekens:

A: ‘Wat is het lekker weer!’
B: ‘Vind je? Ik houd niet zo van de warmte.’
Optie 2:
Je laat twee sprekers met elkaar praten binnen een verhaal. Let goed op het gebruik van leestekens. Bij letterlijke uitspraken gebruik je aanhalingstekens, bij
gedachtes niet.

‘Het valt me nu pas op hoeveel u op mij lijkt,’ zegt Richard Dawkins. ‘Heeft u zich laten opereren of zo?’

Slide 14 - Slide

dialogen: functies

Slide 15 - Slide

opdracht 4: dialogen
ook deze opdracht lever je in na de vakantie

Slide 16 - Slide

wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

nog vragen?

Slide 18 - Mind map