What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
naamvallen
Am Ende dieser Stunde
a) Ken je de eerste en de vierde naamval
b) Weet je hoe je die kunt vinden in een zin
c) Weet je welke vorm er verandert
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Am Ende dieser Stunde
a) Ken je de eerste en de vierde naamval
b) Weet je hoe je die kunt vinden in een zin
c) Weet je welke vorm er verandert
Slide 1 - Slide
Naamvallen
Slide 2 - Slide
In het Duits heb je 4 naamvallen
Nominativ
eerste naamval
Genetiv
tweede naamval
Dativ
derde naamval
Akkusativ
vierde naamval
Slide 3 - Slide
Verschillende functies
1e
Nom
onderwerp van de zin
2e
Gen
bezitsrelatie
3e
Dativ
meewerkend voorwerp
4e
Akk
lijdend voorwerp
Slide 4 - Slide
Nominativ (1e)
Het onderwerp van de zin.
Wie of wat + gezegde (Wer oder was tut etwas?)
wie of wat + koppelwerkwoord + gezegde (Wer oder was ist etwas?)
koppelwerkwoord --> meestal
zijn
of
worden
Schrijf in je schrift
Slide 5 - Slide
Akkusativ (4e)
Het lijdend voorwerp of tijdsbepaling zonder voorzetsel.
Wie of wat + gezegde + onderwerp
(Wen oder was sehe ich?)
wanneer/hoe lang?
Kennst du den Film schon?
Ich sehe meine Freundin.
Ich gehe jeden Tag joggen.
Schrijf in je schrift
Slide 6 - Slide
Nominativ
Akkusativ
Mein Bruder
ist doof.
Ich
habe eine Schwester.
Bleibst du
das ganze Jahr
zu Hause?
Ist das
der neue Sportlehrer
?
Was hast du
den ganzen Tag
gemacht?
Ich habe
eine Schwester
.
Kennt
unser Trainer
alle Regeln?
Meine Mutter spielt
ein Instrument
.
Slide 7 - Drag question
Merke dir / onthoud
Ich habe
einen
Bruder.
Ich habe
eine
Schwester.
Ich habe
ein
Haus.
Ich habe
keine
Geschwister.
Ich gehe
jeden Tag
in die Schule.
Slide 8 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
(m)ein / der
(m)eine / die
(m)ein / das
(m)eine / die
4e
(m)einen / den
(m)eine / die
(m)ein / das
(m)eine / die
Wen oder was sehe ich? -
Meinen
Bruder/meine Schwester/mein Haus/meine Kinder
Wer oder was ist das - Mein Bruder/meine Schwester/mein Haus/meine Kinder
Slide 9 - Slide
Welke zin klopt?
A
Ich habe ein Schwester
B
Ich habe eine Schwester.
C
Ich habe einen Schwester.
Slide 10 - Quiz
Welke zin klopt?
A
Ich habe ein Bruder
B
Ich habe eine Bruder.
C
Ich habe einen Bruder.
Slide 11 - Quiz
Welke zin klopt?
A
Ich habe ein Haus
B
Ich habe eine Haus.
C
Ich habe einen Haus.
Slide 12 - Quiz
Welke zin klopt?
A
Ich habe jede Tag Schule.
B
Ich habe jedes Tag Schule.
C
Ich habe jeden Tag Schule.
Slide 13 - Quiz
Herhaling: Bij de Akkusativ (4e) verandert alleen iets bij
A
mannelijke woorden
B
vrouwelijke woorden
C
onzijdige woorden
D
woorden in de meervoud
Slide 14 - Quiz
Wat is de vierde naamval van "die Schule"?
Slide 15 - Open question
Wat is de vierde naamval van "das Heft"?
Slide 16 - Open question
Wat is de vierde naamval van "der Lehrer"?
Slide 17 - Open question
Ich finde ... Pause super!
Slide 18 - Open question
Ich finde ... Lehrer super!
Slide 19 - Open question
Herhaling: Bij de Akkusativ (4e) verandert alleen iets bij
A
mannelijke woorden
B
vrouwelijke woorden
C
onzijdige woorden
D
woorden in de meervoud
Slide 20 - Quiz
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
(m)ein / der
(m)eine / die
(m)ein / das
(m)eine / die
4e
(m)einen / den
(m)eine / die
(m)ein / das
(m)eine / die
Wen oder was sehe ich? -
Meinen
Bruder/meine Schwester/mein Haus/meine Kinder
Wer oder was ist das - Mein Bruder/meine Schwester/mein Haus/meine Kinder
Slide 21 - Slide
Hast du .... (een) Stift für mich?
Heb jij een pen voor mij?
Slide 22 - Open question
Hast du .... (een) Radiergummi?
Heb jij een gum voor mij?
Slide 23 - Open question
... Lehrer kann gut erklären.
Slide 24 - Open question
Der Lehrer kann ... (de) Hausaufgaben gut erklären.
Slide 25 - Open question
WH: Welke zin klopt?
A
Ich habe ein Schwester
B
Ich habe eine Schwester.
C
Ich habe einen Schwester.
Slide 26 - Quiz
WH: Welke zin klopt?
A
Ich habe ein Bruder
B
Ich habe eine Bruder.
C
Ich habe einen Bruder.
Slide 27 - Quiz
WH: Welke zin klopt?
A
Ich habe ein Haus
B
Ich habe eine Haus.
C
Ich habe einen Haus.
Slide 28 - Quiz
WH: Welke zin klopt?
A
Ich habe jede Tag Schule.
B
Ich habe jedes Tag Schule.
C
Ich habe jeden Tag Schule.
Slide 29 - Quiz
Ik weet dat er in de vierde naamval alleen iets verandert bij mannelijke woorden.
ja
nein
Slide 30 - Poll
Ik weet welke vraag ik moet stellen om erachter te komen of het de vierde of eerste naamval is.
ja
nein
Slide 31 - Poll
Ik weet dat de vierde naamval mannelijk
"den" of "(m)einen" is.
ja
nein
Slide 32 - Poll
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
der
die
das
die
4e
den
die
das
die
Slide 33 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
(m)ein
(m)eine
(m)ein
(m)eine
4e
(m)einen
(m)eine
(m)ein
(m)eine
Slide 34 - Slide
Hoe vraag ik naar het onderwerp?
A
Wie of wat + gezegde
B
Wie of wat + gezegde + onderwerp
C
Wie of wat + onderwerp
D
Wie of wat
Slide 35 - Quiz
Hoe vraag ik naar de Akkusativ (4e)?
A
Wie of wat + gezegde
B
Wie of wat + gezegde + onderwerp
C
Wie of wat + onderwerp
D
Wie of wat
Slide 36 - Quiz
Bijd e Akkusativ (4e) verandert alleen iets bij
A
mannelijke woorden
B
vrouwelijke woorden
C
onzijdige woorden
D
woorden in de meervoud
Slide 37 - Quiz
More lessons like this
Voorzetsels 4e naamval
January 2023
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Personalpronomen Akkusativ
January 2023
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
MH2 K3 oefentoets L 1-2-3
February 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Nominativ, Dativ en Akkusativ
December 2023
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
08-02-2021
August 2022
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voorzetsels 4e naamval
March 2023
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Schritt 10 Eerste en vierde naamval
October 2022
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
De Voorzetsels naar, door & voor in het Duits
March 2024
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3