Een iPhone is de beste telefoon die er is, want Taylor Swift heeft er ook een.
Taylor Swift wordt nu als 'autoriteit' opgeroepen, maar wie zegt dat zij hier verstand van heeft.
Slide 8 - Slide
Communiceren doe je samen 2
1. autoriteitsargument
de autoriteit wordt verkeerd ingezet.
Bijvoorbeeld:
Ik zag gisteren een filmpje op Nu.nl waarom Trump de beste president is.
Nu.nl wordt hier als autoriteit opgeroepen, maar het gaat er natuurlijk om wat er in het filmpje wordt gezegd. Dat kan je hier niet uithalen.
Slide 9 - Slide
Communiceren doe je samen 2
2. Vals dilemma
Dilemma: er zijn twee keuzes en ze zijn allebei vervelend/moeilijk.
Vals dilemma: er lijken twee keuzes te zijn, maar er zijn wel meer keuzes.
Voorbeeld:
De keuze is simpel: Of we creëren een Europees leger, of we worden onder de voet gelopen door Rusland.
Het lijkt net alsof dit de enige opties zijn, maar dit zijn natuurlijk niet de enige opties.
Slide 10 - Slide
Communiceren doe je samen 2
2. Vals dilemma
Dilemma: er zijn twee keuzes en ze zijn allebei vervelend/moeilijk.
Vals dilemma: er lijken twee keuzes te zijn, maar er zijn wel meer keuzes.
Voorbeeld:
Óf de wetenschap moet graancirkels kunnen verklaren óf graancirkels zijn het werk van aliens.
Het lijkt net alsof dit de enige opties zijn, maar dit zijn natuurlijk niet de enige opties.
Slide 11 - Slide
Communiceren doe je samen 2
3. Overhaaste generalisatie
Op basis van een enkele ervaring (argument) doet een uitspraak over een groter geheel (mening).
Voorbeeld:
Ik heb drie keer een slechte film van deze regisseur gezien, dus al zijn films moeten slecht zijn.
Er wordt een conclusie getrokken over alle films van de regisseur op basis van slechts drie films. Deze overhaaste generalisatie houdt geen rekening met het feit dat andere films van dezelfde regisseur mogelijk goed kunnen zijn.
Slide 12 - Slide
Communiceren doe je samen 2
3. Overhaaste generalisatie
Op basis van een enkele ervaring (argument) doet een uitspraak over een groter geheel (mening).
Voorbeeld:
Mijn vriendinnen uit Italië houden allemaal van pasta, dus alle Italianen moeten van pasta houden
De spreker gaat ervan uit dat wat voor haar vriendinnen geldt, ook geldt voor alle Italianen. Dit is een overhaaste generalisatie, aangezien niet alle Italianen noodzakelijkerwijs van pasta houden, ondanks dat het in de Italiaanse cultuur een belangrijk gerecht is.
Slide 13 - Slide
Communiceren doe je samen 2
4. Verkeerde vergelijking
Er wordt een verkeerde vergelijking getrokken als iemand een vergelijking maakt tussen twee zaken, terwijl er meer verschillen dan overeenkomsten zijn.
Voorbeeld:
Het is net zo dom om je mobiel niet mee te nemen naar school als om zonder boeken naar school te gaan.
Dit is een verkeerde vergelijking, omdat de vergelijking tussen een mobiel en boeken niet logisch is. Boeken zijn essentieel voor het leren, terwijl een mobiel meestal niet noodzakelijk is voor de schoolactiviteiten, en het niet meenemen van een mobiel heeft andere gevolgen dan het niet meenemen van boeken.
Slide 14 - Slide
Communiceren doe je samen 2
4. Verkeerde vergelijking
Er wordt een verkeerde vergelijking getrokken als iemand een vergelijking maakt tussen twee zaken, terwijl er meer verschillen dan overeenkomsten zijn.
Voorbeeld:
Roken is net zo gevaarlijk als het drinken van alcohol, dus als we roken verbieden, moeten we ook alcohol verbieden."
Uitleg: Deze vergelijking gaat mank omdat roken en alcohol verschillende soorten risico's met zich meebrengen en op andere manieren effect hebben op de gezondheid. De vergelijking tussen de twee negeert de verschillen in hun gebruik, risico’s en de impact op de samenleving, waardoor het geen valide basis vormt voor een conclusie.
Slide 15 - Slide
Communiceren doe je samen 2
5. De persoonlijke aanval
Niet het onderwerp of standpunt staat ter discussie, maar er wordt ingegaan op de persoon die het onderwerp of standpunt maakt.
Voorbeeld:
Je hebt geen recht om te klagen over de politiek, want je hebt nog nooit gestemd!
De spreker valt de persoon aan op zijn of haar gedrag (het niet stemmen) in plaats van de inhoud van de klacht over de politiek. Dit maakt de klacht van de ander niet onterecht, ongeacht hun stemgedrag.
Slide 16 - Slide
Communiceren doe je samen 2
5. De persoonlijke aanval
Niet het onderwerp of standpunt staat ter discussie, maar er wordt ingegaan op de persoon die het onderwerp of standpunt maakt.
Voorbeeld:
Jij hebt geen recht van spreken, we hebben het hier over migratie van Turken en jij komt helemaal niet uit Turkije.
De spreker valt de persoon aan op zijn nationaliteit in plaats van de inhoud van het standpunt. Wat iemands nationaliteit is zegt niets over of die persoon verstand heeft van het onderwerp/standpunt.
Slide 17 - Slide
Communiceren doe je samen 2
1. Een bedrijf is net als een voetbalteam: als iedereen goed samenwerkt, moet het wel succesvol zijn.
2. Als we geen belastingverhogingen doorvoeren, zal het land failliet gaan.
3. Ik heb twee keer een slechte ervaring gehad met klantenservice bij bedrijf X, dus de klantenservice van bedrijf X is altijd slecht.
4. Waarom zou ik jouw mening over klimaatverandering serieus nemen? Je hebt geen wetenschappelijke opleiding!
5. De beroemde acteur zei dat dit dieet fantastisch werkt, dus het moet wel effectief zijn.
6. Je hebt twee keuzes: of je gelooft in klimaatverandering, of je gelooft niet in wetenschap.
Kies en leg uit:
1. autoriteitsargument
2. Vals dilemma
3. Overhaaste generalisatie
4. Verkeerde vergelijking
5. De persoonlijke aanval
Klaar? Lees de tekst op pg 41 en 42.
timer
8:00
Slide 18 - Slide
Communiceren doe je samen 2
7. Het lijkt wel alsof we kinderen moeten behandelen zoals honden, ze hebben beide discipline en grenzen nodig.
8. Als we geen strengere straffen invoeren, zullen de misdaadcijfers alleen maar blijven stijgen.
9. Albert Einstein zei dat alles relatief is, dus dat moet betekenen dat tijdreizen echt mogelijk is.
10. Volgens mijn leraar geschiedenis was dit de enige oorzaak van de Tweede Wereldoorlog, dus dat moet wel waar zijn.
11. Jij kunt geen mening hebben over economie, je hebt altijd een klein bedrijf gehad, je weet niet hoe grote bedrijven werken.
12. Mijn buurman rijdt altijd te hard, dus alle mensen in deze straat rijden te hard.
Kies en leg uit:
1. autoriteitsargument
2. Vals dilemma
3. Overhaaste generalisatie
4. Verkeerde vergelijking
5. De persoonlijke aanval
Klaar? Lees de tekst op pg 41 en 42.
Slide 19 - Slide
Communiceren doe je samen 2
1. Een bedrijf is net als een voetbalteam: als iedereen goed samenwerkt, moet het wel succesvol zijn.
Uitleg: Dit is een verkeerde vergelijking omdat een bedrijf en een voetbalteam fundamenteel verschillende doelen en structuren hebben. Een bedrijf heeft te maken met marktomstandigheden, klantbehoeften en financieel management, terwijl een voetbalteam zich richt op de sportieve prestaties. De vergelijking negeert deze cruciale verschillen.
2. Als we geen belastingverhogingen doorvoeren, zal het land failliet gaan.
Uitleg: vals dilemma: Dit stelt dat er maar twee mogelijkheden zijn: belastingverhogingen of faillissement. In werkelijkheid zijn er vaak veel meer manieren om de economie te stabiliseren of te verbeteren, zoals het herstructureren van uitgaven of het bevorderen van economische groei.
Slide 20 - Slide
Communiceren doe je samen 2
3. Ik heb twee keer een slechte ervaring gehad met klantenservice bij bedrijf X, dus de klantenservice van bedrijf X is altijd slecht.
Uitleg: overhaaste generalisatie: De spreker trekt een algemene conclusie over de klantenservice van het hele bedrijf op basis van slechts twee ervaringen. Dit is een overhaaste generalisatie omdat de ervaring van één persoon of een klein aantal gevallen niet representatief is voor het gehele bedrijf.
4. Waarom zou ik jouw mening over klimaatverandering serieus nemen? Je hebt geen wetenschappelijke opleiding!
Uitleg: persoonlijke aanval: Hier wordt de geldigheid van het argument afgekraakt door de persoon aan te vallen vanwege het ontbreken van een wetenschappelijke achtergrond. Dit doet niets af aan de inhoud van het argument, dat mogelijk nog steeds valide is, ongeacht de opleiding van de spreker.
Slide 21 - Slide
Communiceren doe je samen 2
5. De beroemde acteur zei dat dit dieet fantastisch werkt, dus het moet wel effectief zijn.
Uitleg: autoriteitsargument: De autoriteit in dit geval is een beroemde acteur, maar hij of zij is geen deskundige op het gebied van voeding of gezondheidszorg. Het argument wordt niet ondersteund door feitelijke wetenschappelijke bevindingen, alleen door de mening van een beroemdheid. Dit is een drogreden omdat de autoriteit irrelevant is voor het onderwerp.
6. Je hebt twee keuzes: of je gelooft in klimaatverandering, of je gelooft niet in wetenschap.
Uitleg: Dit is een vals dilemma omdat het de suggestie wekt dat geloven in klimaatverandering de enige manier is om wetenschap te ondersteunen, terwijl iemand ook wetenschappelijk bewijs kan erkennen zonder in alle details van klimaatverandering te geloven, of zich in te zetten voor andere wetenschappelijke kwesties.
Slide 22 - Slide
Meer drogredenen
Slide 23 - Slide
Communiceren doe je samen 2
6. Het ontduiken van bewijslast
In plaats van zelf je standpunt te onderbouwen met argumenten, laat je je gesprekspartner het omgekeerde bewijzen.
Bijvoorbeeld:
Als je zegt dat mijn plan niet werkt, moet je wel kunnen uitleggen waarom het zou mislukken.
In plaats van zelf te onderbouwen waarom jouw plan zo goed, is, moet de ander nu uitleggen waarom het plan niet zou werken.
Slide 24 - Slide
Communiceren doe je samen 2
6. Het ontduiken van bewijslast
In plaats van zelf je standpunt te onderbouwen met argumenten, laat je je gesprekspartner het omgekeerde bewijzen.
Bijvoorbeeld:
Je kunt niet bewijzen dat dit medicijn geen bijwerkingen heeft, dus het werkt vast.
In plaats van zelf te onderbouwen waarom het medicijn goed werkt, moet een ander onderbouwen waarom het niet goed is.
Slide 25 - Slide
Communiceren doe je samen 2
7. De cirkelredenering
Je zegt twee keer hetzelfde, maar op een andere manier.
De conclusie herhaalt het argument (en andersom).
Bijvoorbeeld:
Ik ben de baas, want ik heb het hier voor het zeggen.
Wie het voor het zeggen heeft, is de baas.
Slide 26 - Slide
Communiceren doe je samen 2
7. De cirkelredenering
Je zegt twee keer hetzelfde, maar op een andere manier.
De conclusie herhaalt het argument (en andersom).
Bijvoorbeeld:
We kunnen ervan uitgaan dat hij eerlijk is, want hij zegt altijd de waarheid.
Eerlijk zijn = de waarheid spreken. Het standpunt en het argument zijn hetzelfde.
Slide 27 - Slide
Communiceren doe je samen 2
8. Het vertekenen van een standpunt
Je stelt het standpunt van de tegenstander verkeerd voor (sterker, extremer of gemakkelijker). Vervolgens val je dat veranderde standpunt aan.
Er wordt niet gediscussieerd over het echte standpunt.
Bijvoorbeeld:
Je vindt dat de overheid meer moet investeren in de gezondheidszorg, dus jij denkt waarschijnlijk dat we geen andere sectoren meer moeten financieren.
Het standpunt van de tegenstander wordt verkort tot een extreem standpunt: dat de gezondheidszorg alles zou moeten zijn. Door het standpunt te vereenvoudigen en te vervormen, kan het gemakkelijker worden afgewezen.
Slide 28 - Slide
Communiceren doe je samen 2
8. Het vertekenen van een standpunt
Je stelt het standpunt van de tegenstander verkeerd voor (sterker, extremer of gemakkelijker). Vervolgens val je dat veranderde standpunt aan.
Er wordt niet gediscussieerd over het echte standpunt.
Bijvoorbeeld:
Jij bent tegen de doodstraf, dus je denkt dat criminelen gewoon vrij moeten rondlopen zonder enige straf.
De tegenstander zegt mogelijk alleen dat de doodstraf onmenselijk of onterecht is, maar de reactie die het standpunt vertekent, is dat criminelen helemaal geen straf zouden moeten krijgen. Dit maakt het standpunt van de tegenstander in een vervormde en gemakkelijke vorm om aan te vallen.
Slide 29 - Slide
Communiceren doe je samen 2
9. Het bespelen van publiek
Iemand baseert een argument op emoties in plaats van op juiste argumenten. Hierbij probeert men de gevoelens van het publiek te manipuleren om een standpunt te steunen.
Let op: deze drogreden is moeilijker te herkennen op papier.
Bijvoorbeeld:
"Je wilt toch niet dat onze kinderen opgroeien in een wereld vol vervuiling?"
In dit voorbeeld wordt de emotie van bezorgdheid over de toekomst van kinderen aangesproken, zonder daadwerkelijk bewijs te leveren voor de stelling over vervuiling. Het speelt in op de gevoelens van ouders, maar biedt geen rationeel argument waarom iets zou moeten veranderen.
Slide 30 - Slide
Communiceren doe je samen 2
9. Het bespelen van publiek
Iemand baseert een argument op emoties in plaats van op juiste argumenten. Hierbij probeert men de gevoelens van het publiek te manipuleren om een standpunt te steunen.
Let op: deze drogreden is moeilijker te herkennen op papier.
Bijvoorbeeld:
"Hoe zou jij het vinden als je familie in gevaar zou komen door een onveilige werkomgeving?"
Hier wordt geprobeerd de emoties van het publiek op te wekken door een situatie voor te stellen waarin een geliefde in gevaar zou kunnen komen, wat het publiek tot actie zou kunnen aanzetten. De nadruk ligt op het oproepen van gevoelens van zorg en empathie, zonder een feitelijk argument over de werkomstandigheden zelf.
Slide 31 - Slide
Communiceren doe je samen 2
1. Ik denk dat iedereen wel weet dat dit product het beste is, want niemand heeft ooit bewezen dat het niet het beste is.
2. Jij vindt dat de overheid meer in onderwijs moet investeren, dus jij denkt waarschijnlijk dat we geen enkel ander probleem in dit land meer moeten aanpakken.
3. Er is geen bewijs dat buitenaardse wezens níet bestaan, dus ze moeten wel bestaan.
4. De Bijbel is waar, omdat het in de Bijbel staat.
5. Als je niet stemt, geef je eigenlijk je steun aan degenen die alleen maar hun eigen belangen dienen.
6. Stel je voor dat we geen actie ondernemen tegen de armoede – hoeveel mensen zullen dan lijden?
Kies uit: 6. Het ontduiken van bewijslast; 7. Cirkelredenering; 8. Het vertekenen van een standpunt; 9. Het bespelen van publiek. Schrijf je antwoord op!
timer
8:00
Slide 32 - Slide
Communiceren doe je samen 2
1. Ik denk dat iedereen wel weet dat dit product het beste is, want niemand heeft ooit bewezen dat het niet het beste is.
Uitleg: het ontduiken van de bewijslast: In dit geval wordt geen argument gegeven waarom het product het beste is. In plaats daarvan wordt van anderen verwacht om te bewijzen dat het niet het beste is. De bewijslast wordt omgekeerd: als anderen niet kunnen bewijzen dat het niet waar is, wordt het automatisch als waar aangenomen.
2. Jij vindt dat de overheid meer in onderwijs moet investeren, dus jij denkt waarschijnlijk dat we geen enkel ander probleem in dit land meer moeten aanpakken.
Uitleg: het vertekenen van een standpunt: De persoon die dit zegt, vervormt het standpunt van de ander door te stellen dat onderwijs de enige prioriteit moet zijn, terwijl de tegenstander alleen maar zegt dat onderwijs meer aandacht nodig heeft. Door dit extreme standpunt te creëren, wordt het gemakkelijker om het te weerleggen.
Drogredenen nakijken
Slide 33 - Slide
Communiceren doe je samen 2
3. Er is geen bewijs dat buitenaardse wezens níet bestaan, dus ze moeten wel bestaan.
Uitleg: het ontduiken van de bewijslast: In dit voorbeeld wordt geen bewijs geleverd voor het bestaan van buitenaardse wezens. In plaats daarvan wordt van de ander geëist om het tegendeel te bewijzen, namelijk dat buitenaardse wezens níet bestaan. Dit is een manier om een bewering te doen zonder daadwerkelijk bewijs te leveren.
4. De Bijbel is waar, omdat het in de Bijbel staat.
Uitleg: Dit is een klassieke cirkelredenering. De bewering dat de Bijbel waar is, wordt ondersteund door het feit dat in de Bijbel staat dat het waar is. Het argument herhaalt de stelling zelf en biedt geen onafhankelijk bewijs voor de waarheid van de Bijbel.
Drogredenen nakijken
Slide 34 - Slide
Communiceren doe je samen 2
5. Als je niet stemt, geef je eigenlijk je steun aan degenen die alleen maar hun eigen belangen dienen.
Uitleg: het bespelen van publiek: In dit geval wordt geprobeerd de emoties van schuld en verantwoordelijkheid op te wekken, door te suggereren dat je onrecht zou doen door niet te stemmen. Dit beroep op emoties kan de rationele overwegingen om wel of niet te stemmen overschaduwen, zonder dat er een diepere discussie wordt gevoerd over het stemmen zelf.
6. Stel je voor dat we geen actie ondernemen tegen de armoede – hoeveel mensen zullen dan lijden?
Uitleg: het bespelen van publiek: Hier wordt geprobeerd een gevoel van medelijden en verantwoordelijkheid op te wekken door te focussen op de emotionele impact van armoede, in plaats van het geven van concrete oplossingen of feiten. Het argument speelt in op de angst voor lijden, maar mist logische onderbouwing.