2.7 deel 2

1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom! 
Welkom

Slide 2 - Slide

Lesplanning
  • LessonUp                                                15 min
  • Herhaling uitleg                                   5 min
  • Tekening klimaat afmaken              25 min
  • Paragraaf 2.7 maken                          20 min
  • Bespreken 2.7 en tekening             5 min

Slide 3 - Slide

Par. 2.7

 Soorten klimaten

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 

Je kunt de klimaten indelen volgens het Köppensysteem
  • Je kunt de relatie leggen tussen het klimaat en de    plantengroei
  • Je kunt de relatie leggen tussen soorten klimaten en klimaatzones

Slide 5 - Slide

Welk klimaat heeft Nederland?
A
Toendraklimaat
B
Zeeklimaat
C
Hooggebergte
D
Landklimaat

Slide 6 - Quiz


A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 7 - Quiz


A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 8 - Quiz



Welk klimaat krijgt de letter E?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Poolklimaat

Slide 9 - Quiz

In welk klimaat valt de meeste regen?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Koud klimaat

Slide 10 - Quiz

De landen in Zuid-Europa hebben een ...
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Droog klimaat
D
Middellandse zee klimaat

Slide 11 - Quiz

Welk klimaat hoort bij dit kenmerken? Hele jaar door neerslag, zomers koel, winters zacht.
A
Landklimaat
B
Middellandse zeeklimaat
C
Zeeklimaat
D
Droog klimaat

Slide 12 - Quiz

Met welke letter geeft het Köppen systeem het tropisch klimaat weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quiz

In het gebied rondom de evenaar heb je een....
A
Woestijnklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Landklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 14 - Quiz

In een tropisch klimaat wordt het nooit kouder dan...
A
15 graden
B
18 graden
C
20 graden
D
23 graden

Slide 15 - Quiz

TH
Het Köppensysteem
A-klimaat = Tropisch klimaat
B-klimaat = Droog klimaat
C-klimaat = Zeeklimaat
D-klimaat = Landklimaat
E-klimaat = Poolklimaat

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Tropisch klimaat
  • veel neerslag
  • temp hoger dan 18 gr C
  • tropisch regenwoud

Slide 18 - Slide

Droog klimaat
- weinig tot geen neerslag 
- veel verdamping 
- noemen we ook wel woestijnklimaat

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Zeeklimaat
- gematigd klimaat
- grote invloed van de zee
- niet heel koud in de winter, niet heel warm in de zomer
- veel neerslag 
- loofbomen 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Landklimaat
- geen invloed van de zee
- groot verschil koude winter en warme zomer
- naaldbomen 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Poolklimaat
- koudste klimaat
- nooit warmer dan 10 gr C
- bij de noordpool en  zuidpool en hoge bergen
- mossen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Even afmaken
  • Wat? Maak je tekening over klimaten helemaal af
  • Tijd? 20 minuten

  • Klaar? Verbeter en maak af paragraaf 2.1 t/m 2.6
  • Ook daarmee klaar? Maak paragraaf 2.7
  • Ook daarmee klaar? Kom naar de docent
timer
20:00

Slide 27 - Slide

Opdracht: Klimaat
  • Verdeel een A4 in 6 vakken
  • Teken in elke vak een klimaat
  • Schrijf de kenmerken erbij
  • In het zesde vakje maak je een legenda

  • Klaar? Maak + verbeter paragraaf 2.1 t/m 2.6
  • Ook daarmee klaar? Maak paragraaf 2.7

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Aan de slag
  • Wat? Maak paragraaf 2.7 helemaal
  • Tijd? 25 minuten

  • Klaar? Verbeter en maak af paragraaf 2.1 t/m 2.6
  • Ook daarmee klaar? Maak een begrippenlijst van H2
  • Ook daarmee klaar? Maak een samenvatting van 2.7
timer
25:00

Slide 31 - Slide

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 32 - Slide