2.7

1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom! 
Welkom

Slide 2 - Slide

Lesplanning
  • 2.4 afmaken + PO inzien                  15 min
  • Uitleg paragraaf 2.7 klimaten        10 min
  • Maken opdracht klimaten               30 min
  • LessonUp                                                15 min

Slide 3 - Slide

Even afmaken
  • Wat? Maak 2.4 helemaal af op de computer (meer dan 2 fout = resetten)
  • Tijd? 15 minuten
  • Klaar? Verbeter en maak af paragraaf 2.1 t/m 2.4
  • Ook daarmee klaar? Maak een begrippenlijst van H2 met plaatjes
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Par. 2.7

 Soorten klimaten

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 

Je kunt de klimaten indelen volgens het Köppensysteem
  • Je kunt de relatie leggen tussen het klimaat en de    plantengroei
  • Je kunt de relatie leggen tussen soorten klimaten en klimaatzones

Slide 6 - Slide

Wat betekent klimaat?

Slide 7 - Slide

TH
Het Köppensysteem
A-klimaat = Tropisch klimaat
B-klimaat = Droog klimaat
C-klimaat = Zeeklimaat
D-klimaat = Landklimaat
E-klimaat = Poolklimaat

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Tropisch klimaat
  • veel neerslag
  • temp hoger dan 18 gr C
  • tropisch regenwoud

Slide 10 - Slide

Droog klimaat
- weinig tot geen neerslag 
- veel verdamping 
- noemen we ook wel woestijnklimaat

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zeeklimaat
- gematigd klimaat
- grote invloed van de zee
- niet heel koud in de winter, niet heel warm in de zomer
- veel neerslag 
- loofbomen 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Landklimaat
- geen invloed van de zee
- groot verschil koude winter en warme zomer
- naaldbomen 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Poolklimaat
- koudste klimaat
- nooit warmer dan 10 gr C
- bij de noordpool en  zuidpool en hoge bergen
- mossen

Slide 17 - Slide

A-klimaat: Tropisch regenwoud

Slide 18 - Slide

B-Klimaat: Woestijnklimaat

Slide 19 - Slide

Savanne met overgang naar steppe klimaat

Slide 20 - Slide

C-klimaat: Zeeklimaat

Slide 21 - Slide

C-klimaat: 
Middelands- Zeeklimaat

Slide 22 - Slide

D-klimaat: Landklimaat

Slide 23 - Slide

E-klimaat: Poolklimaat

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Opdracht: Klimaat
  • Verdeel een A4 in 6 vakken
  • Teken in elke vak een klimaat
  • Schrijf de kenmerken erbij
  • In het zesde vakje maak je een legenda
  • Klaar? Laat zien aan de docent

  • Ook daarmee klaar? Maak paragraaf 2.7

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Welk klimaat heeft Nederland?
A
Toendraklimaat
B
Zeeklimaat
C
Hooggebergte
D
Landklimaat

Slide 30 - Quiz


A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 31 - Quiz


A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 32 - Quiz



Welk klimaat krijgt de letter E?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Poolklimaat

Slide 33 - Quiz

In welk klimaat valt de meeste regen?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Koud klimaat

Slide 34 - Quiz

De landen in Zuid-Europa hebben een ...
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Droog klimaat
D
Middellandse zee klimaat

Slide 35 - Quiz

Welk klimaat hoort bij dit kenmerken? Hele jaar door neerslag, zomers koel, winters zacht.
A
Landklimaat
B
Middellandse zeeklimaat
C
Zeeklimaat
D
Droog klimaat

Slide 36 - Quiz

Met welke letter geeft het Köppen systeem het tropisch klimaat weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 37 - Quiz

In het gebied rondom de evenaar heb je een....
A
Woestijnklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Landklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 38 - Quiz

In een tropisch klimaat wordt het nooit kouder dan...
A
15 graden
B
18 graden
C
20 graden
D
23 graden

Slide 39 - Quiz

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 40 - Slide