Nt2 A2 / B1 Om (...) te + infinitief

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les kun je: 

om  te + infinitief  herkennen 
om te + infinitief   gebruiken (schrijven en spreken!)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les kun je: 

om  te + infinitief  herkennen 
om te + infinitief   gebruiken (schrijven en spreken!)

Slide 1 - Slide

Start
Wat is :  om te + infinitief? 

Wie weet het? 
Wie kan het uitleggen? 
Wie kan een voorbeeld bedenken? 

Slide 2 - Slide

Voorbeelden
Waarvoor ga je naar school? 
Ik ga naar school om Nederlands te leren. 
Waarvoor werk jij? 
Ik werk om geld te verdienen. 

Slide 3 - Slide

Voorbereiden
Opdracht: Werk in duo's.

  • Bespreek samen in welke situaties je om (...) te + infinitief gebruikt.
  • Schrijf samen drie zinnen met om (...) te + infinitief.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Instructie
In de volgende situaties gebruik je om (...) te + infinitief:

  • 1. Om een actie/doel te beschrijven:
    Voorbeeld: Katya gaat naar de supermarkt om kaas te kopen.

  • 2. Achter een adjectief (bijvoeglijk naamwoord)​
    Voorbeeld: Evelien vindt het vervelend om in de regen te fietsen



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Groep A: 
Aan de slag met de oefeningen 
Groep B: 
Wordwall 

Slide 7 - Slide

Om + te + infinitief
Let op de woordvolgorde!

OM + iets/ iemand + TE + hele werkwoord (werkwoorden) 

OM Nederlands TE leren.
OM dat meisje TE leren kennen. 
OM lekker eten TE koken. 
Om voor jou en mij TE winnen.

Slide 8 - Slide

Oefenen
Opdracht: Schrijf om (...) te op de goede plaats in de zin.

  1. Yvan wil met zijn vader naar het bos kastanjes zoeken.
  2. Wij vinden het leuk op een terrasje zitten in de zomer.
  3. Vroeger vond zij het vreselijk bellen met onbekende mensen.
  4. Helaas heb je niet genoeg punten gehaald slagen. 
  5. Ik vind het lastig de Nederlandse taal spreken.
  6. Heb je even tijd me helpen met mijn opdracht?
  7. De kat gaat naar binnen haar brokjes eten. 
  8. Mijn man heeft niet genoeg vrije dagen op vakantie gaan. 



timer
10:00

Slide 9 - Slide

Antwoorden
  1. Yvan wil met zijn vader naar het bos om kastanjes te zoeken.
  2. Wij vinden het leuk om op een terrasje te zitten in de zomer.
  3. Vroeger vond zij het vreselijk om te bellen met onbekende mensen.
  4. Helaas heb je niet genoeg punten gehaald om te slagen. 
  5. Ik vind het lastig om de Nederlandse taal te spreken.
  6. Heb je even tijd om me te helpen met mijn opdracht?
  7. De kat gaat naar binnen om haar brokjes te eten. 
  8. Mijn man heeft niet genoeg vrije dagen om op vakantie te gaan. 



Slide 10 - Slide

Oefenen
Opdracht: Vul de zinnen aan. Klaar? Controleer samen met een medecursist de zinnen.

  1. Annet gaat naar de stad ...
  2. Ik gebruik mijn mobiele telefoon ...
  3. In augustus ga ik een weekend naar mijn geboorteland ...
  4. In de winter vind ik het vervelend ...
  5. Wouter vindt het een beetje saai ...
  6. Ik vind het heel leuk ...
  7. Helaas hebben wij niet genoeg geld ... 
  8. Vandaag is het te koud ... 



timer
10:00

Slide 11 - Slide

Antwoorden
  1. Annet gaat naar de stad om kleding te kopen.
  2. Ik gebruik mijn mobiele telefoon om te bellen.
  3. In augustus ga ik een weekend naar mijn geboorteland om mijn familie te bezoeken.
  4. In de winter vind ik het vervelend om te fietsen. 
  5. Wouter vindt het een beetje saai om elke dag te studeren.
  6. Ik vind het heel leuk om te sporten.
  7. Helaas hebben wij niet genoeg geld om een huis te kopen.
  8. Vandaag is het te koud om te zwemmen.



timer
15:00

Slide 12 - Slide

En, lukt het om de volgende zinnen te maken?
Kijk naar het plaatje
Bedenk een zin met "...om ... te ..." 

Slide 13 - Slide


timer
2:00

Slide 14 - Open question


timer
2:00

Slide 15 - Open question


timer
2:00

Slide 16 - Open question


timer
2:00

Slide 17 - Open question


timer
2:00

Slide 18 - Open question


timer
2:00

Slide 19 - Open question


timer
2:00

Slide 20 - Open question


timer
2:00

Slide 21 - Open question

Ik kan om (...) te + infinitief op de goede manier gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Verder oefenen 

Slide 23 - Slide

Spreken 
Opdracht: Bespreek in duo's de dilemma's. Geef steeds ten minste 
twee argumenten bij jouw keuze. 

Gebruik bijvoorbeeld:
- omdat / want
- ten eerste / ten tweede / ten slotte ...
- om te beginnen / daarnaast / bovendien / ...

Klaar? Wissel jullie dilemma's met een ander groepje. Maak weer een keuze en geef er argumenten bij. 
timer
30:00

Slide 24 - Slide

< links of rechts >
nooit meer internet of nooit meer vakantie?
soms onzichtbaar zijn of gedachten van mensen lezen?
iedereen kussen die je tegenkomt of nooit meer iemand kussen? 
alle talen van de wereld kennen, maar je kan niets schijven of zeggen of je herkent jezelf niet in de spiegel
een week in een natte tuin slapen of een week in de woestijn / sahara wandelen
naar huis gaan of op school slapen

Slide 25 - Slide

https://www.klascement.net/video/120925/waarvoor-gebruik-je-zinsconstructies-met-om-te-infinitief/

Slide 26 - Slide