... om te

... om te ...
We gebruiken om...te voor twee situaties:
  • Een doel (waarvoor kun je het gebruiken?)
  • Het geeft meer informatie
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

... om te ...
We gebruiken om...te voor twee situaties:
  • Een doel (waarvoor kun je het gebruiken?)
  • Het geeft meer informatie

Slide 1 - Slide

Doel: Ik ga naar het park. Met welk doel?

Slide 2 - Slide

Informatie: Het is vervelend. Wat is vervelend?

Slide 3 - Slide

om te ... + infinitief
❏ Ik vind het altijd leuk om te sporten.
❏ Ik denk dat het te warm is om iets te doen.
❏ Wat lief van je om stroopwafels mee te nemen.
❏ Het is een goede fiets om grote afstanden mee te rijden.

Slide 4 - Slide

Samen oefenen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Zelfstandig oefenen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link