A3 - Cours 24 | À la gare + futur/conditionnel

Bienvenue au cours de français!
- Madame Geluk
On commence dans .....
Aan het einde van deze les .....
  • ...kan ik zeggen dat ik zal reizen, en dat ik naar Frankrijk zou willen (als het weer mocht).
  • ...heb ik het complete én nagekeken gesprek van 'À la gare' in mijn online schrift staan.
timer
1:00
1 / 39
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!
- Madame Geluk
On commence dans .....
Aan het einde van deze les .....
  • ...kan ik zeggen dat ik zal reizen, en dat ik naar Frankrijk zou willen (als het weer mocht).
  • ...heb ik het complete én nagekeken gesprek van 'À la gare' in mijn online schrift staan.
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Le programme
  • Révision: futur [5 min]
  • Explication: Conditionnel [10 min]
  • Corrigez: À la gare [15 min]

Les devoirs 
> Conditionnel (Ex. 20, p.48)
> Chez le docteur (1-5) + vocabulaire 248-276

Slide 2 - Slide

vul de juiste vorm in van de futur
je (voyager)

Slide 3 - Open question

wat is de juiste vertaling van
'je voyagerai'
A
ik heb gereisd
B
ik zal reizen
C
ik reis
D
ik reisde

Slide 4 - Quiz

vul de juiste vorm in van de futur
nous (partir)

Slide 5 - Open question

wat is de juiste vertaling van
'nous partirons'
A
wij zullen weggaan
B
wij zijn weggegaan
C
wij gaan weg
D
wij gingen weg

Slide 6 - Quiz

LET OP uitzonderingen (FUTUR)
bij werkwoorden op -re vervalt de -e: j'apprendrai (ik zal leren)

être          je serai         ik zal zijn
avoir        tu auras       jij zal hebben
faire         il fera             hij zal doen

bij sommige werkwoorden is de stam van de futur onregelmatig

aller         nous irons            wij zullen gaan
pouvoir   vous pourrez      jullie zullen kunnen
vouloir     elles voudront    zij zullen willen

Slide 7 - Slide

Le futur
  • Ik zal rijk worden / Jij zult werken / Wij zullen huiswerk maken. 
  • Infinitief + uitgang (-ai, -as, -a, -ons, -ez, -ont)
  • Uitzonderingen:
    avoir - j'aurai - ik zal hebben
    être - je serai - ik zal zijn
    aller - j'irai - ik zal gaan
    faire - je ferai - ik zal maken/doen
    pouvoir - je pourrai - ik zal kunnen
    vouloir - je voudrai - ik zal willen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Le conditionnel
"je voudrais une baguette s'il vous plaît"

Slide 10 - Slide

Le conditionnel

Slide 11 - Slide

Futur & Conditionnel

  • Futur = ik zal ....
  • Conditionnel = ik zou.....
  • Het infinitief + uitgang

* ai = uitspraak é
** ais = uitspraak è


Uitgang conditionnel:
-ais**
-ais
-ait
-ions
-iez
-aient

Uitgangen 'imparfait'
Uitgang futur:
-ai*
-as
-a
-ons
-ez
-ont

Uitgangen lijkt op 'avoir'

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Conditionnel: il... marcher
A
marcherait
B
marchait
C
marchais

Slide 14 - Quiz

écouter (conditionnel)
tu
A
tu écouterais
B
tu écoutais
C
tu écouteras

Slide 15 - Quiz

LET OP uitzonderingen! (Conditionnel)
bij werkwoorden op -re vervalt de -e: j'apprendrai (ik zal leren)

être          je serais         ik zou zijn
avoir        tu aurais       jij zou hebben
faire         il ferait           hij zou doen

bij sommige werkwoorden is de stam van de futur/conditionnel onregelmatig

aller         nous irions            wij zouden gaan
pouvoir   vous pourriez      jullie zouden kunnen
vouloir     elles voudraient    zij zouden willen

Slide 16 - Slide

nous aurions
A
présent
B
imparfait
C
futur
D
conditionnel

Slide 17 - Quiz

Conditionnel: nous... être
A
serions
B
êtrions
C
aurions

Slide 18 - Quiz

Conditionnel: tu... avoir
A
avoirais
B
aurais
C
aurait

Slide 19 - Quiz

Conditionnel: Ils... prendre
A
prendrait
B
prendreaiet
C
prendront
D
prendraient

Slide 20 - Quiz

Au travail
  • Faites: Exercice 20 , p.48
    > Utilisez paragraphe 36, p.122 tekstboek 
  • Corrigez: 'À la gare'
    > In LessonUp, volgende dia's.
  • Traduis: Chez le docteur (1-5, JIJ)
  • Vocabulaire Taaldorp: 248-276
    > Quizlet lijst staat erop!


timer
8:00

Slide 21 - Slide

Corrigez 'À la gare'
  • In de volgende dia's vul je jouw antwoorden op À la gare in.
  • Klik op 'Toelichting' en je krijgt het juiste antwoord.
  • Docent kan feedback geven in LessonUp.
  • Specifieke vraag? Stel in de Hangout.


Slide 22 - Slide

1. Groet en zeg dat je trein vertraging had en je je aansluiting naar Lyon hebt gemist. Laat ook je ticket zien.

Slide 23 - Open question

>Bonjour. Ne vous inquiétez pas. On va régler ça. A quelle heure était votre train de correspondance?

2. Zeg dat je trein om 10 uur vertrokken is.

Slide 24 - Open question

> D'accord. Il y a un TER à 10.30 heures et un TGV à 11.00 heures.

3. Vraag hoe lang de reis van deze treinen duurt.

Slide 25 - Open question

> Le voyage du TER dure une heure et quart, et le voyage du TGV dure 40 minutes.

4. Vraag of je iets moet betalen.

Slide 26 - Open question

> Non, il y a juste un supplément de 5 euros pour le TGV. Vous pouvez prendre le TER sans supplément. Qu’est-ce que vous préférez?

5. Zeg dat je de TGV neemt.

Slide 27 - Open question

> Non, il y a juste un supplément de 5 euros pour le TGV. Vous pouvez prendre le TER sans supplément. Qu’est-ce que vous préférez?

5. Zeg dat je de TGV neemt.

Slide 28 - Open question

> Parfait. Ça fait donc 5 euros, s’il vous plaît.

6. Betaal en vraag van welk perron de trein vertrekt.

Slide 29 - Open question

> Il partira de la voie 14 B.

7. Vraag of je dus aankomt om 11.40 uur in Lyon.

Slide 30 - Open question

> Il partira de la voie 14 B.

7. Vraag of je dus aankomt om 11.40 uur in Lyon.

Slide 31 - Open question

>Oui, vous arriverez à 11.40 heures à la gare Lyon Part Dieu.

8. Vraag of dat in het oude centrum is.

Slide 32 - Open question

>Le centre est à 20 minutes à pied.

9. Vraag of er ook een tram of metro is.

Slide 33 - Open question

>Oui, vous pouvez prendre la ligne B du métro. C’est le plus rapide. Vous descendez à la station Bellecour.

10. Bedank voor de hulp en vraag of men toevallig een plattegrond heeft van Lyon.

Slide 34 - Open question

>Oui, bien sûr. Voilà un plan.

11. Je bedankt weer en wenst de medewerker een prettige dag.

> Merci à vous. Bonne journée et bon voyage.

Slide 35 - Open question

Quizlet Live!
Ga naar www.quizlet.live
of naar de Quizlet App


Slide 36 - Slide

Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les ...
...kan ik zeggen dat ik zal reizen, en dat ik naar Frankrijk zou willen (als het weer mocht).
...heb ik het complete én nagekeken gesprek van 'À la gare' in mijn online schrift staan.

Verlaten klaslokaal:
> spullen opruimen 
> tafel recht
> Stoel aanschuiven

Slide 37 - Slide

Verbuga.eu
> Tijden (temps): présent , passé composé & imparfait
> Verbes irréguliers: avoir, être, faire, aller, vouloir
> Verbes réguliers: parler, finir & vendre
timer
5:00

Slide 38 - Slide

Les moyens à utiliser

Slide 39 - Slide