What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
vwo 3: le conditionnel
Bron I chapitre 7
Le Conditionnel
Futur du passé
vertaling in NL: zou/zouden
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bron I chapitre 7
Le Conditionnel
Futur du passé
vertaling in NL: zou/zouden
Slide 1 - Slide
conditionnel
Je gebruikt de conditionnel bij:
iets beleefd vragen (Zou ik misschien...?)
Een voorwaarde (Als .... dan ...)
Een veronderstelling (Dat zou wel eens waar kunnen zijn!)
Slide 2 - Slide
Enkele voorbeelden van hoe de conditionnel wordt gebruikt in de spreektaal:
Pourriez
-vous me dire où est la gare, s'il vous plaît?
Si j'étais riche,
j'achèterais
une voiture de sport.
On
aurait
peut-être un test de maths, mais je ne suis pas sûr.
Je
voudrais
bien un café, s'il vous plaît.
S'il obtenait son diplôme, mes parents lui
donneraient
un scooter.
Monsieur Leclerc
serait
sévèrement malade, c'est pourquoi il n'est pas à son travail.
Slide 3 - Slide
Regel Futur Simple + uitgang imparfait = conditionnel.
Regelmatig ww: hele werkwoord + uitgang imparfait
Onregelmatige ww: eigen vorm + uitgang imparfait
Slide 4 - Slide
Ik zou graag een tafel willen reserveren
A
Je veux réserver une table
B
Je voudrai réserver une table
C
Je voudrais réserver une table
D
Je veut réserver une table
Slide 5 - Quiz
Als ik geld had, zou ik elk weekend uitgaan.
A
si j'avais de l'argent, je sortirai chaque weekend
B
si j'avais de l'argent, je sortira chaque weekend
C
si j'avais de l'argent, je sortais chaque weekend
D
si j'avais de l'argent, je sortirais chaque weekend
Slide 6 - Quiz
Mes parents (aimer) aller au musée du Louvre
A
aiment
B
aimerions
C
aimerons
D
aimaient
Slide 7 - Quiz
Ils (aller) le visiter ce week-end
A
vont
B
iront
C
iraient
D
font
Slide 8 - Quiz
Tu (venir) à 19h30 pour faire les devoirs.
A
viendras
B
viens
C
venirais
D
viendrais
Slide 9 - Quiz
Welke tijden kennen we ?
voltooid tegenwoordige tijd
(v.t.t.)
ik heb gespeeld
onvoltooid verleden tijd
(o.v.t.)
ik speelde
tegenwoordige tijd
(o.t.t.)
ik speel
toekomende tijd >24 uur
ik zal spelen
verleden toekomende tijd
ik zou spelen
toekomende tijd <24 uur
Ik ga spelen
passé composé
imparfait
présent
conditionnel
futur simple
futur proche
Slide 10 - Drag question
Plaats ze bij de juiste tijd!
Futur simple
Conditionnel
Imparfait
Ils feraient
Nous chanterions
Tu irais
Elle pourra
je ferai
Vous aurez
Tu choisissais
Ils attendaient
c'était
Il viendra
elle finirait
Elles allaient
Slide 11 - Drag question
Leren: voca ch 5,6,7.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
More lessons like this
le conditionnel
November 2022
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3c - ma 14 januari
January 2021
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Mavo 4 chapitre 7 bron H (conditionnel)
September 2020
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
conditionnel
March 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 vwo: le conditionnel
May 2020
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3c - ma 1 mars
March 2021
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
futur simple/conditionnel uitleg v3
March 2024
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 4 verbes de base: avoir, être, faire, aller (5 tijden)
March 2024
- Lesson with
30 slides
Frans
Enseignement Secondaire