Blok 2 Les 2 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Welkom en goedemorgen!

Maandag 22 november

Programma

• Uitleg voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
• Maken opdrachten
• Uitleg Engelse werkwoorden
• Maken van opdrachten

Lezen in je boek

Terugblik vorige les

Spellen van het voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord.

Voltooid deelwoord

Wanneer weet je dat je te maken hebt met een voltooid deelwoord?

• Hij is naar Stavoren ... (fietsen).
• Hij is naar Stavoren gefietst/gefietsd.

Is het een voltooid deelwoord?

Ja? 

Langer maken, hoor je een -t/-d, dan schrijf je ook een -t/-d.

Hoor je geen verschil? 't EX KOFSCHIP

Nee?

Dan is het een persoonsvorm, vul de juiste vorm in. Denk aan het werkwoord lopen.

Bijvoeglijk naamwoord

Van een voltooid deelwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord maken.

Voorbeeld: dan schrijf je het zo kort mogelijk.

De brand is geblust --> de gebluste brand

De trein is verlaat --> de verlate trein

Bij een korte klank, schrijf je hem wel met dubbele letters.

De man is gered --> de geredde man.

De plant is verpot --> de verpotte plant.

De taart is gebakken --> de gebakken taart.

En nu zelf!

Ik heb de nieuwe bloemen in de bakken ... (planten)

De ... (planten) bloemen.

En nu zelf!

Vorige week is er iets ergs ... (gebeuren).

Vandaag ... (gebeuren) er iets spannends. 

En nu zelf!

Ik heb haar toets beste vriendin ... (kronen).

De ... (kronen) vriendin.

En nu zelf!

Ik heb de datum ... (noemen).

De ... (noemen) datum.

Forms invullen

Je gaat oefenen via Forms.

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=hQbsZX0Ns0-p4M6L_Asqsmp5_JLSrMJLmKJJeNUguapUMldMN0I0TTIwNVNWNDhEWE5JTk1UU1VaVi4u 

Werkwoorden uit het Engels

Je past de Nederlandse spelregels toe.

Bij sommige werkwoorden...

kun je de spelling niet op die manier doen.

Bijvoorbeeld: je haalt de -en weg en wil de regels toepassen.

racen                    jij ract                    jij racet

skaten                  jij skatet

Maken opdrachten

Kader: maken opdracht 6 en 7 op bladzijde 89-90.

Basis: maken opdracht 8 en 9 op bladzijde 91.

Klaar? Maken Examenwoorden en Woorden uit teksten.