SE voorbereiding - vragen beantwoorden / formuleren V5

Vragen beantwoorden en formuleren


Doel: je weet aan het einde van de les waar je op moet letten bij het beantwoorden van vragen, brongebruik en formulering. 

1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vragen beantwoorden en formuleren


Doel: je weet aan het einde van de les waar je op moet letten bij het beantwoorden van vragen, brongebruik en formulering. 

Slide 1 - Slide

De toets begint met een opgave met drie vragen. Wat zijn de dingen die je doet voordat je een antwoord opschrijft?

Slide 2 - Open question

1. Lees eerst de titel van de opgave, kijk dan naar de bronnen en wat voor bronnen het zijn en ga dan pas beginnen met de eerste vraag.

2. Het aantal punten dat je kan halen geeft een indicatie van wat er verwacht wordt. 

3. Als er om twee redenen / voorbeelden gevraagd wordt, noteer dan eerst twee streepjes of nummers

4. Bekijk of er woorden in de vraag zijn die je moet laten terugkomen in je antwoord. 

Slide 3 - Slide

Niet elke plek op aarde ontvangt altijd even veel energie van de zon.
Leg uit welk verband er is tussen het albedo van een bepaald oppervlak en de mate van opwarming. (2p)

Slide 4 - Open question

Antwoord
• hoe hoger het albedo, hoe minder absorbering van de warmte / hoe meer reflectie van de energie (1), 
• waardoor plekken met een laag albedo meer opwarmen / met een hoog albedo minder sterk opwarmen?
Komen de juiste woorden terug in jouw antwoord?



Slide 5 - Slide

1. Wees specifiek! Als bijvoorbeeld gevraagd wordt naar een reden waarom er tropisch regenwoud bij de evenaar groeit, schrijf dan niet alleen “temperatuur” op, maar "de gemiddelde temperatuur is hoog / het hele jaar boven 18 gr. C."
2. Vermijd vage verwijswoorden zoals 'het', 'ze', 'die', omdat dan soms niet duidelijk is waar je het over hebt. 

3. Schrijf altijd een antwoord op. In een ‘onzinverhaal’ kunnen ook goede elementen zitten.

Slide 6 - Slide

Het albedo van een bepaald oppervlak is één van de zaken die variaties in de stralingsbalans van de aarde veroorzaken.
Geef twee andere reden waardoor de stralingsbalans van de aarde per plek en moment varieert. (2p)

Slide 7 - Open question

Antwoord
• Plekken op lagere breedte krijgen meer loodrechte zonnestralen, waardoor de energie geconcentreerder is. 
• Per tijdstip (dag/nacht) en per seizoen (zomer/winter) verschilt de hoeveelheid instraling van de zon. 


Slide 8 - Slide

Brongebruik
1. Bekijk de titel en de legenda van de bron zorgvuldig.
2.  Benoem wat je in de bron afleest/ziet, soms levert dit al een punt op. Gebruik daarbij de terminologie uit de bron.
3. Welke gegevens heb je nodig om het antwoord te geven? Bekijk alle bronnen en bepaal welke bron je nodig hebt voor de vraag. Als er staat “Gebruik bron ...”, verwijs dan ook naar gegevens in de bron bij je beantwoording!

Slide 9 - Slide

Brongebruik
1. Bekijk de titel en de legenda van de bron zorgvuldig.
2.  Benoem wat je in de bron afleest/ziet, soms levert dit al een punt op. Gebruik daarbij de terminologie uit de bron.
3. Welke gegevens heb je nodig om het antwoord te geven? Bekijk alle bronnen en bepaal welke bron je nodig hebt voor de vraag. Als er staat “Gebruik bron ...”, verwijs dan ook naar gegevens in de bron bij je beantwoording!

Slide 10 - Slide

Theorie
- Milankovitch-variabelen ijstijd
- sturende en conditionele factoren ontstaan ijstijd
- terugkoppelingsmechanismen (1.5 en 2.1)
- koolstofkringloop

Slide 11 - Slide