Alfons Ariens (30), priester
Vaak kom ik bij arbeiders over de vloer. Och, wat verschrikkelijk! Ze klotsen ’s morgens al voor zessen naar de fabriek en sjokken ’s avonds pas rond achten terug, om daarna nog – zo lang als ze kunnen – op hun eigen stuk land te werken. Kinderen gaan mee. Als schimmen lopen ze achter hun ouders aan, de slaap nog uit hun ogen wrijvend. Zeventig uur per week werken mannen, vrouwen en kinderen in een slecht verlicht en geventileerd hol. Om nog niet over het eten te spreken, het middagmaal bestaat enkel uit een schaal aardappelen. Ondervoeding is daardoor net zo vanzelfsprekend als longtering als gevolg van het geregeld inademen van die oliestank in de fabriek. De werkman is geen medewerker. Het is een werktuig!