GS2_nabeschouwing 2a

Arbeiders vertellen

Enschede is één van de grotere textielsteden van Europa. Mannen, vrouwen en zelfs kinderen vinden werk in de fabrieken en werken daar de klok rond. Ze staan in slecht geventileerde kamers vol machines en verdienen nét genoeg om rond te komen. Maar hoe voelt dat eigenlijk, elf uur per dag aan het werk?

Lees op de volgende dia's 3 dagboekverhalen.

PC 3 Nabeschouwing
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Arbeiders vertellen

Enschede is één van de grotere textielsteden van Europa. Mannen, vrouwen en zelfs kinderen vinden werk in de fabrieken en werken daar de klok rond. Ze staan in slecht geventileerde kamers vol machines en verdienen nét genoeg om rond te komen. Maar hoe voelt dat eigenlijk, elf uur per dag aan het werk?

Lees op de volgende dia's 3 dagboekverhalen.

PC 3 Nabeschouwing

Slide 1 - Slide

Gerrit Bennink(32) dagboek 1

Elf uur lang werken we in een vieze fabriek en doen we eentonige werk. Elke dag weer. Het loon is niet veel en in elk huishouden moet ieder kind werken om het hoofd boven water te houden. Het voedsel bestaat uit roggebrood, aardappelen en soms een stukje varkensvet. Vlees is hun totaal onbekend. Bij ziekte krijgen zij niet het nodige om beter te worden. Het is triest…

Slide 2 - Slide

Hendrik Greve (31), wever
Op mijn negende begon ik als wever, maar er is zo’n groot verschil tussen het weven van toen en nu. Het werk is zwaar geworden, het is verstandiger om pas op een latere leeftijd te beginnen. Het lichaam van een negenjarige is echt niet gebouwd voor dit fabriekswerk. Wat mij betreft beginnen ze pas op hun achttiende jaar. Maar zelfs voor een volwassen man is het uitputtend. Het werk is zwaar, de tijden zijn lang. Zelfs op feestdagen moeten wij aan de bak. En dan is het ook eens bloedheet. En die machines… Ik kan in Enschede negen mensen aanwijzen, die door het uitschieten van de spoel met een kunstoog rondlopen.

Slide 3 - Slide

Alfons Ariens (30), priester
De arbeiders gaan ’s morgens al voor zessen naar de fabriek en sjokken ’s avonds pas rond achten terug, om daarna nog – zo lang als ze kunnen – op hun eigen stuk land te werken. Kinderen gaan mee. Als schimmen lopen ze achter hun ouders aan, de slaap nog uit hun ogen wrijvend. Zeventig uur per week werken mannen, vrouwen en kinderen in een slecht verlicht en geventileerd hol.

Om nog niet over het eten te spreken, het middagmaal bestaat enkel uit een schaal aardappelen. Ondervoeding is daardoor net zo vanzelfsprekend als longtering als gevolg van het geregeld inademen van die oliestank in de fabriek. De werkman is geen medewerker. Het is een werktuig!

Slide 4 - Slide

1. Uit de verhalen blijkt dat werken in de fabriek gevaarlijk was. Geef hiervan twee voorbeelden.

Slide 5 - Open question

2. Wat aten arbeiders vooral?

Slide 6 - Open question

3. Waarom was het volgens Hendrik Greve niet goed voor negenjarigen om in de fabriek te werken?

Slide 7 - Open question

4. Hoe beschrijft Alfons Ariëns de kinderen die in de fabriek werken? Kinderen zijn:
A
gedrochten
B
schimmen
C
viezeriken
D
magere heintjes

Slide 8 - Quiz

5 Deze tekst gaat over de slechte arbeidsomstandigheden. In het powercollege hebben we die genoemd.
Welke slechte omstandigheid komt niet in de drie verhalen aan de orde?

A
lage lonen & kinderarbeid
B
gevaarlijk & onhygiënisch werk
C
geen vakanties & lange werkdagen
D
kleine huizen met grote gezinnen

Slide 9 - Quiz

6. Kijk op de website van UNICEF.

https://www.unicef.nl/bescherming/kinderarbeid

Hoeveel kinderen werken in 2020 als kinderarbeider?

Slide 10 - Open question

7 Noem twee dingen die je zelf kunt doen om kinderarbeid te voorkomen.

Slide 11 - Open question

8 Wat doet UNICEF tegen kinderarbeid? Noem twee dingen.

Slide 12 - Open question

9. Zoek 2 foto's van arbeiders uit de 19e eeuw (de ijzeren eeuw).

Slide 13 - Open question