BS 2 Bloedsomloop

TH3 BLOEDSOMLOOP
Telefoons in de telefoontas
Zitten in de klassenopstelling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

TH3 BLOEDSOMLOOP
Telefoons in de telefoontas
Zitten in de klassenopstelling

Slide 1 - Slide

WELKOM
Telefoons in de telefoontas
Plenda op tafel
Absentiecheck
3pD 

Slide 2 - Slide

3pE 

Slide 3 - Slide

PLENDA: HUISWERK 3PE
EVALUATIE NOG NIET INGELEVERD - HUISWERK VOOR MORGEN 
Luke, Marcel, Billy, Vanity, Giel, Lucius, Levi, D-Jay 

24-05 : Boek A & laptop mee! Mk: TH3 BS1: 1, 3, 6, 7, 8, 9, 10 + Lr LD 1 
28-05 : Mk BS 2 : 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9 + Lr LD 2, 3, 4
31-05 : Mk BS 3: 1, 2, 3, 5, 6, 8abc, 9 + Lr LD 5 & 6
07-06 : Mk BS 5: 1, 2, 3, 6, 7, 8, 10 + Lr LD 7

Alles opgeschreven? Denk na over de volgende vragen: Wat weet je over bloed? Welke functies heeft je bloed? Welke onderdelen heb je in je bloed? 

Slide 4 - Slide

PLENDA: HUISWERK 3PD
EVALUATIE NIET INGELEVERD: Redouan, Alexander, Liora, Pepijn, Evy, Wicher, Joseph, Noa, Dani, Emmi, Nanne
30-05 : Boek A & laptop mee! Mk: TH3 BS1: 1, 3, 6, 7, 8, 9, 10 + Lr LD 1
31-05 : Mk BS 2 : 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9 + Lr LD 2, 3, 4
06-06 : Mk BS 3: 1, 2, 3, 5, 6, 8abc, 9 + Lr LD 5 & 6
07-06 : Mk BS 5: 1, 2, 3, 6, 7, 8, 10 + Lr LD 7

Alles opgeschreven? Denk na over de volgende vragen:
Wat weet je over bloed? Welke functies heeft je bloed? Welke onderdelen heb je in je bloed? 

Slide 5 - Slide

MINDMAP BS 1. LEERDOELEN
Ik kan uitleggen wat bloed en de functie van bloed is.
Dat betekent dat ik: 
  • vijf functies van bloed kan benoemen, uitleggen en afleiden.
  • vier onderdelen van bloed en hun functies kan benoemen en afleiden.
  • van twee typen cellen in het bloed drie eigenschappen kan noemen en kan uitleggen en afleiden wat die met hun functie te maken hebben.
  • het hoofdbestanddeel van bloed kan opdelen in drie onderdelen en van twee van die onderdelen voorbeelden kan geven.

Slide 6 - Slide

MINDMAP BS 1. BLOED

Slide 7 - Slide

Wat is géén onderdeel van het bloedplasma?
A
Water
B
Opgeloste stoffen
C
Hemoglobine
D
Plasma-eiwitten

Slide 8 - Quiz

Waar is de hemoglobine wél een onderdeel van?

Slide 9 - Open question

Je hebt geleerd dat voedingsstoffen en verteringsproducten worden opgenomen in het bloed. Bij welk bestandsdeel van het bloed horen de voedingsstoffen na opname?
A
Bloedplasma
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen
D
Rode bloedcellen

Slide 10 - Quiz

Welk bestandsdeel van bloed is belangrijk bij de bescherming tegen ziekteverwekkers?
A
Plasma
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen
D
Rode bloedcellen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Welk van de onderdelen is belangrijk bij de bloedstolling?
A
Fibrinogeen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen
D
Hemoglobine

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de 5 functies van bloed?

Slide 14 - Open question

bloedplasma
rode bloedcellen
bloedplaatjes
witte bloedcellen
55% van het bloed
Eiwitten
Voedingsstoffen
Geen celkern
Hemoglobine
Hebben geen vaste vorm
Belangrijk tegen ziekteverwekkers
Zijn uiteengevallen cellen 
Bloedstolling
Overactiviteit is de oorzaak van bloedpropjes

Slide 15 - Drag question

LEERDOELEN. Ik kan ...
2. de verschillende typen bloedvaten beschrijven
2.1 drie typen bloedvaten kan benoemen en afleiden
2.2 van elk type bloedvat drie eigenschappen kan benoemen, uitleggen en afleiden
2.3 uitleggen hoe de kleppen bijdragen bij de bloedstroom in aders

3. bloedvaten benoemen
3.1 weet hoe de naamgeving van de meeste bloedvaten tot stand komt
3.2 van de kortste weg die een deeltje aflegt met de stroom mee de bloedvaten kan benoemen.
3.3 uitleggen waarom de poortader een uitzondering is zowel in naam als functie.

4. de bouw van de dubbele bloedsomloop beschrijven
4.1 de bloedsomloop in delen kan opsplitsen, deze delen en hun functies kan benoemen, uitleggen en afleiden.

Slide 16 - Slide

BS 2. BLOEDVATEN
Slagader
Haarvat
Ader
vervoert bloed ... 
bloeddruk
bouw van de wand
eigenschappen / kenmerken 


Slide 17 - Slide

BS 2. DUBBELE BLOEDSOMLOOP
Dubbele bloedsomloop = 




Slide 18 - Slide

BS 2. DUBBELE BLOEDSOMLOOP
Een meisje maakt als anticonceptie gebruik van de 
prikpil. Deze prikpil wordt gezet in haar bil en de 
hormonen zijn werkzaam in onder andere de 
eierstokken. Benoem de kortste weg van de injectie naar
de werkzame plek. Benoem daarbij alle bloedvaten die
je onderweg tegenkomt. 

TIP: gebruik afb. 4 om beter te zien hoe de 
bloedvaten verbonden zijn aan het hart.



Slide 19 - Slide

LEERDOELEN. Ik kan ...
2. de verschillende typen bloedvaten beschrijven
2.1 drie typen bloedvaten kan benoemen en afleiden
2.2 van elk type bloedvat drie eigenschappen kan benoemen, uitleggen en afleiden
2.3 uitleggen hoe de kleppen bijdragen bij de bloedstroom in aders

3. bloedvaten benoemen
3.1 weet hoe de naamgeving van de meeste bloedvaten tot stand komt
3.2 van de kortste weg die een deeltje aflegt met de stroom mee de bloedvaten kan benoemen.
3.3 uitleggen waarom de poortader een uitzondering is zowel in naam als functie.

4. de bouw van de dubbele bloedsomloop beschrijven
4.1 de bloedsomloop in delen kan opsplitsen, deze delen en hun functies kan benoemen, uitleggen en afleiden.

Slide 20 - Slide