3.1 De Verlichting

3.1 De pruikentijd
  • De standensamenleving
  • De verlichting
  • Nieuwe ideeën over bestuur
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.1 De pruikentijd
  • De standensamenleving
  • De verlichting
  • Nieuwe ideeën over bestuur

Slide 1 - Slide

Standensamenleving
In Frankrijk is men verdeeld in drie standen
  1. De geestelijkheid
  2. De adel
  3. De derde stand
De eerste en tweede stand staan boven de derde stand.
  • Zij hebben privileges, ze betalen minder belasting
  • Ook konden ze belasting heffen op normale mensen (de derde stand)
  • Bijvoorbeeld:  betalen om de molen van een heer te gebruiken
  • En de derde stand moest herendiensten verrichten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De Verlichting
Renaissance > WetenschappelijkeRevolutie > Verlichting
  • Tijdens de Wetenschappelijke Revolutie ontstaat het idee dat:
     Alles te verklaren is dmv. verstand en rede (rationeel/ logisch denken)
  • Ook wordt er niet meer blind geloofd in wat de kerk te zeggen heeft
  • Men gaat dus zelf op onderzoek uit met het eigen verstand
  • Men raakt geïnspireerd door o.a. Newton die zwaartekracht aantoont dmv. formules
  • De verlichtingsdenkers zoeken formules die de samenleving een betere plek moeten maken

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Nieuwe ideeën over goed bestuur
"Formules" die de samenleving een betere plek moeten maken... Hoezo?
  • Standensamenleving/ slavernij
     mensen zijn van nature gelijk, de standen zijn dus oneerlijk, en slavernij is onchristenlijk
  • Absolutisme:
     Mensen willen een staat waarbij iedereen gelijk is én dezelfde wetten gelden voor iedereen, dus ook voor de koning
  • (religieuze) tolerantie (verdraagzaamheid), verlichte denkers vonden dat iedereen mocht geloven wat hij wilde


Slide 7 - Slide

Jean-Jacques Rousseau
Rousseau was vóór democratie
  • Hij vond dat de koning géén absolute macht moest hebben
  • Máár het volk!
     -wie bedoeld hij met het volk?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Charles de Montesquieu
Trias politica (driemachtenleer)
Oftewel: scheiding der machten
  • Niet één persoon moet alle macht hebben. Hoe dan wel?
  1. Vergadering van vertegenwoordigers van het volk (wetgevende macht)
  2. Regering: wetten uitvoeren
    (uitvoerende macht)
  3. Rechters: wetten controleren
    (rechtsprekende macht)
  • Dit moet machtmisbruik voorkomen

Slide 10 - Slide

Absolute vorsten waren niet blij met de verlichting
  • Boeken met kritiek op bestuur en kerk worden verboden (censuur)
  • Verspreiding van ideeën stopte niet
  • In salons werden ideeën verspreid
     -Hier kwamen rijken burgers en geleerden samen
  • Door de boekdrukkunst konden ideeën zich snel verspreidden
  • Hierdoor ontstond het publieke debat
    Mensen in de samenleving praten mee over ideeën en problemen

Slide 11 - Slide

Voorbeeld van een salon

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video