HERHALING TWT4

Vandaag
  • Herhaling TWT4
  • Afsluiten!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Herhaling TWT4
  • Afsluiten!

Slide 1 - Slide

Een verzuild land
Eind 19e eeuw begon in Nederland de verzuiling (sociale verdeling in levensbeschouwelijke groepen)
De samenleving raakte verdeeld in vier groepen (zuilen): katholieken, protestanten, socialisten en liberalen.

Nederlanders gingen uit van hun levensbeschouwing (geheel van ideeën over wat belangrijk is in het leven).
1. Welke sociale verdeling bestond in Nederland?

Slide 2 - Slide

Een verzuild land
Ook de omroep (1 alle radiobedrijven, later ook televisie. 2 een omroepvereniging) raakte verzuild.


In de politiek waren de zuilen ook zichtbaar. Toch werd hier samengewerkt als er gezamenlijke belangen waren. 

Slide 3 - Slide

2. Hoe ontwikkelde de economie zich?
In de jaren 1920 ging het goed met de Nederlandse economie, maar tijdens de wereldcrisis (1929) liep de werkloosheid snel op. 

Veel mensen werden afhankelijk van een uitkering (geld dat iemand krijgt). Om zwartwerken te voorkomen moesten werklozen een kaart laten stempelen (systeem met stempelkaarten van werklozen).

De industriële productie en handel daalden tot minder dan de helft. 

Slide 4 - Slide

2. Hoe ontwikkelde de economie zich?
In 1933 werd Hendrik Colijn premier (minister president).
 Terwijl andere landen de economie stimuleerden, richtte de regering-Colijn haar beleid op bezuinigen, omdat er minder geld aan belasting binnenkwam. 
Door deze aanpassingspolitiek (aanpassing van overheidsuitgaven aan dalende inkomsten) werd de crisis alleen maar erger.

- Salarissen van ambtenaren en werklozenuitkeringen werden verlaagd. 

Slide 5 - Slide

3. Welke politieke ontwikkelingen vonden plaats?
  • Ook in Nederland was er in het interbellum veel kritiek op de democratie: er werd slap geregeerd en hielden partijen alleen rekening met hun kiezers en niet met het nationale belang. 
  • Vanaf 1920 ontstonden er fascistische groepen en partijen. De NSB werd de grootste, maar kreeg bij verkiezingen nooit meer dan 8% van de stemmen.

Slide 6 - Slide

Na de Tweede Wereldoorlog
  • Nederland moest weer opgebouwd worden. 
  • De economie werd bevorderd door de Marshallhulp. 
  • Hard werken en zuinig leven waren nodig om welvaart te bereiken. 
1. Hoe ontwikkelde de economie zich na 1945?
Waarden (dingen die men belangrijk vindt): hard werken en gehoorzaam zijn, luisteren naar autoriteiten en personen met gezag.
 
Norm (wat mensen gewoon vonden): tradities (oude gewoontes) gaven zekerheid. 

Slide 7 - Slide

Willem Drees
  • Onder leiding van premier Drees (PvdA) begon de opbouw van de verzorgingsstaat (staat waarin de overheid zorgt voor mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen).
  • Verschillende regeringen van confessionelen en socialisten maakten wetten voor de sociale zekerheid (het geheel van regelingen voor mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen), zoals de bijstand en de AOW.





2. Hoe is de verzorgingsstaat onstaan?

Slide 8 - Slide

Sociale wetten
  • WW (werklozen)
  • AOW (65+)
  • Ziekte
  • Bijstand (geen inkomen) 
  • Arbeidsongeschiktheidsuitkering

  • De verzorgingstaat gaat uit van de solidariteit (saamhorigheidsgevoel) van alle Nederlanders: mensen die werken betalen aan de ondersteuning van mensen die niet of niet meer kunnen werken. 

Slide 9 - Slide

Andere opvattingen
  • Door de stijgende welvaart konden steeds meer Nederlanders in de jaren 1960 een televisie kopen. Hierdoor maakten ze kennis met andere culturen en levensbeschouwingen.
  • Een gevolg was dat de opvattingen van mensen gingen veranderen. Dit leidde tot ontzuiling en ontkerkelijking en de groei van het humanisme.

3. Hoe zijn opvattingen veranderd sinds de jaren 60?
ontzuiling: het verdwijnen van de verzuiling
ontkerkelijking: als mensen zich losmaken van de kerk
humanisme: niet- religieuze levensbeschouwing die uitgaat van de waarde van vrije mensen

Slide 10 - Slide

Andere opvattingen
  • Persoonlijke onafhankelijkheid werd belangrijk: individualisering
  • Mensen wilden niet meer zich aanpassen aan de normen en waarden van autoriteiten of een groep (zoals de pastoor of politieke leider).
  • Mensen gingen nadenken over hun eigen moraal (opvattingen over goed en kwaad). 
  • Mensen willen geen autoriteiten volgen, maar ook medezeggenschap (inspraak,  meepraten en meebeslissen)
3. Hoe zijn opvattingen veranderd sinds de jaren 60?
Met de opkomst van de D66 raakten de confessionele hun meerderheid kwijt. 

Slide 11 - Slide

Seksuele revolutie
  • In 1962 kwam de anticonceptiepil op de markt. Hierdoor begonnen mensen vrijer om te gaan met seks. 
  • Praten over seks, seks voor het huwelijk en ongehuwd samenwonen werden normaal. 
  • Scheiden werd makkelijker en vond daardoor steeds vaker plaats. 
4. Hoe is de pluriformiteit in de samenleving toegenomen?

Slide 12 - Slide

De economie vanaf 1973
  • In 1973 ontstond een economische crisis door een hoge olieprijs en gestegen kosten van lonen en uitkeringen.
  • Nederlandse producten waren duur geworden en werden daardoor minder verkocht. 

Slide 13 - Slide

De crisis van 1973
Veel industriebedrijven verplaatsten hun productie naar lagelonenlanden. Ook verdwenen er banen door automatisering (vervanging van mensen door uit zichzelf werkende machines)
Sommige bedrijven gingen failliet. 


Slide 14 - Slide

De postindustriële samenleving
Ondertussen groeide de dienstensector. Hierdoor werd Nederland een postindustriële samenleving (samenleving waarin de dienstsector belangrijker is geworden dan de industriesector)


Slide 15 - Slide

Opkomst van de informatiemaatschappij
  • Door de opkomst van computers en mobiele telefoons ontstond omstreeks 1990 ook een informatiemaatschappij (samenleving waarin mensen veel ICT gebruiken).
  • Deskundigen voorspelden dat de economie dankzij ICT sterk zou blijven groeien, maar dat gebeurde niet. 

Slide 16 - Slide

Economie vanaf 2000
  • De economie groeide nauwelijks.
  • Van 2008 tot 2016 was er een diepe crisis. 
  • Nederland bleef welvarend, maar door automatisering bij banken en verzekeraars verdwenen veel kantoorbanen. Steeds meer mensen waren aangewezen op tijdelijk werk met lage lonen, bijv. in de schoonmaak en horeca. 
Hoe ontwikkelde de economie zich vanaf 1973?

Slide 17 - Slide

Beperking van de verzorgingstaat
  • De kosten van de verzorgingsstaat liepen vanaf 1973 snel op. Dit kwam door de hoge aantallen werklozen en arbeidsongeschikten.
  • Om de kosten te beperken besloot de overheid te bezuinigen op uitkeringen. Ook werd de AOW-leeftijd verhoogd en de ouderenzorg beperkt.

Slide 18 - Slide

Nederland veranderde in een participatiesamenleving: een samenleving waarin mensen hun verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en omgeving.

Slide 19 - Slide

Wat is migratie?
Vanuit je thuisland verhuizen naar een ander land
Na 1945 kwamen migranten naar Nederland. 

Slide 20 - Slide

Indische Nederlanders
  • 300.000 Indische Nederlanders kwamen in 1949  naar Nederland, omdat zij samen met Nederland hadden gevochten in Indonesië. 
  • Voor Indische Nederlanders was onveiligheid in Indonesië een pushfactor (verklaring voor migratie in het land van herkomst). Hun assimilatie (aanpassen) verliep redelijk vlot de overeenkomsten tussen hun cultuur en die van andere Nederlanders. 
1. Hoe verliep de integratie van migranten uit voormalige kolonies in Nederland?

Slide 21 - Slide

Verschillende groepen migranten
  • Na 1945 kwamen verschillende groepen mensen uit de voormalige kolonies naar Nederland. Ons land heeft een multi-etnische samenleving (maatschappij met mensen uit meerder volken).
  • De eerste groep migranten waren de mensen uit oud Nederlandse kolonies. 

Slide 22 - Slide

Spanningen in de samenleving
  • Na de moord op filmmaker Theo van Gogh in 2004 door een islamitische terrorist ontstonden spanningen in de Nederlandse samenleving.
  • Ook veschillende aanslagen  door islamitishe terroristen (mensen die gewelddaden plegen om politieke doelen te bereiken) zorgen voor spanningen. 
  • Tegelijkertijd was er ook veel aandacht voor de criminaliteit onder jonge Marokkaanse Nederlanders.
 

Slide 23 - Slide

Vragen?

Slide 24 - Slide

We did it!
Het was een eer om jullie les te geven!

Slide 25 - Slide