1. Begrijpt de ander wat je geschreven hebt?- is het leesbaar en klopt het met de opdracht?
2. De spelling is redelijk goed.
- in de tekst mogen kleine spellingsfouten zitten, zolang de tekst maar begrijpelijk blijft.
3. Het formulier is correct ondertekend of de aanhef en afsluiting van de brief/e-mail is correct.
4. Je gebruikt de juiste woorden.
5. De tekst bevat bijna geen grammaticale fouten.
6. Je gebruikt soms verwijswoorden en voegwoorden.
7. Je maakt soms een opsomming.
8. Je schrijft - waar nodig - hoofdletters en punten.