Communicatie

Hoe je communiceert ligt aan met wie je communiceert en wat je relatie is met deze persoon. Je praat anders met je moeder dan met je vrienden en je gedraagt je natuurlijk anders bij een docent dan bij een vriend.
Het handig om te weten welk gedrag past bij de verschillende cirkels. Je houding is steeds anders en bij sommige cirkels zal het gedrag voor jou nieuw zijn en spannend (denk aan een sollicitatiegesprek)
Hoe zien jullie dit? Gedraag jij je anders thuis dan op school? Of anders op je werk dan bij vrienden?

1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoe je communiceert ligt aan met wie je communiceert en wat je relatie is met deze persoon. Je praat anders met je moeder dan met je vrienden en je gedraagt je natuurlijk anders bij een docent dan bij een vriend.
Het handig om te weten welk gedrag past bij de verschillende cirkels. Je houding is steeds anders en bij sommige cirkels zal het gedrag voor jou nieuw zijn en spannend (denk aan een sollicitatiegesprek)
Hoe zien jullie dit? Gedraag jij je anders thuis dan op school? Of anders op je werk dan bij vrienden?

Slide 1 - Slide


Wat zeg je tegen wie?
Vul de antwoorden maar in!
Gebruik de cirkel uit slide 1.

Slide 2 - Open question

Smalltalk

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Thuis wel, op het werk niet
Op het werk wel, thuis niet
Vrienden uitnodigen
Aanspreken met 'u'.

Slide 5 - Drag question

LSD

Slide 6 - Slide

LUISTEREN
Hoe kun je goed luisteren?

Probeer in ieder geval te beginnen met de ruis in je eigen hoofd uit te schakelen: geen (voor)oordelen over de ander en diens verhaal, geen gedachten ergens anders op gericht, alleen open voor de ander.
Geef de ander de ruimte door hem uit te laten spreken, niet zelf al zijn verhaal aan te vullen en hem niet op te jagen. Houd contact met de spreker door hem aan te kijken en door een goede samenvatting te geven waarin de ander zich herkent, laat je blijken dat je goed hebt geluisterd. Ook door de juiste vragen te stellen, word je beeld van wat de ander wil vertellen duidelijker. Het gaat daarbij om non-verbaal en verbaal luisteren.
En let maar eens op: als je met iemand praat en deze punten laat de ander niet zien, dan voel je gelijk: die luistert niet.

Slide 7 - Slide

SAMENVATTEN
Samenvatten is soms net als puzzelen: wat hoort bij elkaar en passen alle stukjes. 
Bij een goede samenvatting is het eindplaatje zichtbaar voor beide gesprekspartners. 
Je kunt door samen te vatten goed toetsen of jij en je gesprekspartner hetzelfde beeld hebben van wat jullie bespreken. Vergeet je iets in je samenvatting, dan kan je gesprekspartner je aanvullen. Soms is het handig om je gesprekspartner te vragen om even samen te vatten: dit is met name handig als je wilt weten of jouw boodschap in het gesprek goed overgekomen is. 
Samen maak je de puzzel van je gesprek compleet!

Het geeft je gelegenheid het ene onderwerp af te sluiten en naar een volgend onderwerp over te stappen!

Slide 8 - Slide

DOORVRAGEN
Wat voor vragen zijn er:
-open vragen
-gesloten vragen
-meerkeuze vragen
-eventueel suggestieve vragen

Hoe vraag je door:
-open vragen 
-gesloten vragen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video