Bespreken van het boek van alle dingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

 Het boek van alle dingen

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen leerlingen Het boek van alle dingen bespreken

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen

Wat weet jij al over het boek van alle dingen?

Het boek van alle dingen

Het boek van alle dingen is een bekend Nederlands kinderboek geschreven door Guus Kuijer

Vertel de leerlingen kort wat het boek van alle dingen is

Personages

Hoofdpersoon is Thomas, hij woont in een streng gelovig gezin. Andere personages zijn zijn zus Margot en zijn vriendinnetje Els.

Laat de leerlingen kort de personages beschrijven

Thema's

Belangrijke thema's in het boek zijn religie, fantasie, opgroeien en familie

Laat de leerlingen kort de thema's benoemen

Verhaallijn

Het boek gaat over de zoektocht van Thomas naar waarheid en vrijheid in een streng gelovige omgeving

Laat de leerlingen kort de verhaallijn beschrijven

Discussie

Leerlingen bespreken in groepen het boek van alle dingen en delen hun mening over de personages, thema's en verhaallijn

Geef de leerlingen de opdracht om in groepen te discussiëren en hun mening te delen

Presentatie

Elke groep presenteert hun bevindingen aan de klas

Geef de leerlingen de opdracht om hun bevindingen te presenteren

Afsluiting

Samenvatting van de belangrijkste bevindingen en conclusies van de leerlingen

Vat de belangrijkste bevindingen en conclusies samen en sluit de les af

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.