Week 38, les 1 Persoonsvorm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

5 B's

1. Je komt netjes Binnen
2. Je doet je Beller in de telefoontas
3. Je legt je Boeken/device op je tafel
4. Je gaat op je Billen zitten
5. Je kijkt naar het Bord 

10 minuten lezen!

Leerdoel:

• Na deze les kan je de persoonsvorm in een zin vinden 

Persoonsvorm

• De persoonsvorm is altijd een werkwoord
• Elke zin heeft één of meer werkwoorden
• Eén daarvan is altijd de persoonsvorm 

Persoonsvorm vinden

1. Vraagproef
2. Tijdproef 

Vraagproef

"Peter is aan het bellen voor zijn werk."

• Maak van de zin een vraag met dezelfde woorden
• Het woord dat vooraan in de zin staat is de persoonsvorm
• LET OP! Dit kan niet als de zin al een vraagzin is.

Vraagproef:

"Peter is aan het bellen voor zijn werk."

Tijdproef

"Peter wordt altijd gebeld op zijn werk."

• Verander de tijd van de zin
• Woord dat van vorm verandert is de persoonsvorm

Tijdproef:

"Peter wordt altijd gebeld op zijn werk"

Extraatje

Als een zin uit twee delen bestaat, zijn er twee persoonsvormen:

"Peter wordt altijd gebeld, want hij is aan het werk."

• Hak de zin in tweeën
• Pas de vraagproef of tijdproef toe op beide zinnen

Wat zijn de persoonsvormen?

"Peter wordt altijd gebeld, want hij is aan het werk."

Zelf aan de slag!

• Maak opdracht 1 t/m 7
• Boek: blz. 200
• Digitaal: Cursus 5 Grammatica > § 2 ZD: Persoonsvorm
• Als je een vraag hebt, steek je vinger op!

Huiswerk!

• Opdracht 1 t/m 7 
• Boek: blz. 200 
• Digitaal: Cursus 5 Grammatica > § 2 ZD: Persoonsvorm
• Volgende keer bespreken!